Pages Menu
Categories Menu

Posted by on mei 2, 2020

“Jeroen, hoe zou jouw ideale bibliotheekwerkplaats eruitzien?”

“Jeroen, hoe zou jouw ideale bibliotheekwerkplaats eruitzien?”

Dat was de vraag die Norma Verheijen me stelde tijdens de eerste bijeenkomst van de Denktank Digitale Geletterdheid, 17 februari jl. bij de KB. Binnen de denktank richten we ons primair op de pijler Werkplaats voor jeugd (12-18 jaar). 

Mijn antwoord:

een plek waar kritisch bewustzijn en maatschappelijke impact in aanraking komen met intrinsieke motivatie. 

Non-formeel leren dus, binnen of buiten de bibliotheek, waar jongeren met eigen ideeën komen en gefaciliteerd worden om hieraan invulling te geven. Het aspect ‘digitaal’ kan hierbij betrekking hebben op zowel aanleiding als oplossing, maar speelt in ieder geval in het proces een belangrijke rol. In Friesland hangen we daarbij de zienswijze van Doug Belshaw rondom digitale geletterdheid aan: wees in staat om verschillende aspecten van digitale geletterdheid met elkaar te ‘remixen’ en doe dat in een situatie die voor jou en jouw omgeving iets oplevert. 

Binnen het programma Impact door Connectie werken we daarnaast met de Networked Agency-methode die is uitgedacht door Ton Zijlstra: werk in groepsverband aan een oplossing die echte impact oplevert en leer daarbij dat digitale tools en/of denkwijzen jou daarbij kunnen helpen.

In beide gevallen gaat dus niet meer per sé over de werkplaats als ruimte met gereedschappen en machines, maar veel meer over een digitale mind-set. Te vaak zie ik namelijk dat, wanneer wel op de fysieke plek wordt ingestoken, de focus hoofdzakelijk daarop ligt (we hebben wat geld en kopen wat spullen) en wordt er maar relatief weinig aandacht besteed aan deskundige begeleiding en het zoeken naar verdieping. En om invulling te geven aan de zienswijzen van mensen als Belshaw of Zijlstra is juist kwalitatief hoogwaardige begeleiding en facilitering een vereiste.

Eén en ander begint echter met een heldere visie wat je met een werkplaats wil bereiken. En laat het nou helaas een feit zijn (tevens beschreven in het Maakplaatsenonderzoek van de KB) dat het in veel gevallen ontbreekt aan die visie, helaas ook bij bibliotheken waar al werkplaatsen gerealiseerd zijn. En dat met alle vervelende gevolgen van dien: de eerste werkplaatsen worden al weer opgeheven, omdat ze niet voldoen aan … Ja, aan wat eigenlijk? Argumenten als onvoldoende bezoekers of onvoldoende inkomsten komen dan geregeld als uitleg voorbij. Blijkbaar zijn die, wanneer het werkplaatsen betreft, ineens erg belangrijk. Dat leidt helaas maar tot één conclusie: de werkplaats is vaak eerder een leuke (kostendekkende) bijkomstigheid dan dat het één van de drie pijlers is.

Dat laatste moet veranderen en daarin speelt nieuwe beleidsontwikkeling een belangrijke rol. Gelukkig is Werkplaats, naast die van Warenhuis en Wegwijzer, nog steeds één van de drie pijlers van de KB en daarmee de bibliotheken. Er is echter wel werk aan de winkel. Kadering is bijvoorbeeld belangrijk (wat is een werkplaats wel en wat niet), evenals de vraag op welke gebruikers gericht wordt. De denktank overweegt om hiervoor een aantal scenario’s uit te werken. De invulling van een werkplaats is namelijk niet eenduidig, zowel in termen als omvang als programmering.

Bovenal is het echter belangrijk de signatuur van bibliotheken mee te geven. De werkplaats is primair een plek voor non-formeel leren. We spelen geen schooltje in de bibliotheek. En we ambiëren maatschappelijke impact die door mensen zélf wordt gerealiseerd. Geloof me, er is geen dankbaarder proces dan dat, maar het vraagt veel meer dan alleen het besluit een werkplaats in te richten. Dat kan namelijk alleen wanneer je weet waarom je hiervoor kiest.

Dit blog schreef ik oorspronkelijk op verzoek van Andrea Berkelder voor gebruik op het intranet van de Koninklijke Bibliotheek. Ik herplaatste hem hier met wat kleine aanpassingen.

Read More

Posted by on nov 28, 2019

Aral Balkan about the future of internet regulation

Great and highly energetic talk by internet activist Aral Balkan about the future of internet regulation at an European Parliament meeting organised by the greens. He is talking about the negative aspects of surveillance capitalism, Facebook, Google & the centralised services against the need and support for small tech & a more distributed web.

I imagined an audience of library directors and librarians instead of Parliament members..! Because which position do we have in this very relevant discussion, which is not exclusively about technology, but essentially about democracy and basic human values? Therefore highly recommended for anyone who is interested in digital literacy and its meaning for personal empowerment.

Read More

Posted by on nov 15, 2019

Learning from Google about online safety?

Learning from Google about online safety?

This week the Netherlands celebrates its annual Media Literacy Week. Throughout the country, activities that deal with working and dealing with media and digital technology, are organized for all kinds of target groups, ranging from children to the elderly. For a long time this was mainly about learning digital skills, but lately it has increasingly been about looking critically at your own role, but certainly also the role of tech companies.

You don’t have to explain to anyone that the internet is increasingly dominated by a limited number of large and mainly American companies, such as Google, Facebook and Amazon. It is also no secret these companies, as beautiful as their products and services are, are also increasingly under fire due to abuse of power and violations of privacy and data laws. It is therefore painful that Google was heartly welcomed in the city of Leeuwarden (the city where I currently work and have lived for a number of years), to teach citizens and entrepreneurs about how they can make best use of the internet. Besides that Google also promotes how they can use the internet more safely. Particularly the latter is remarkable.

Surveillance capitalism

Recently, critical research by scientists and journalists has revealed the actual business model of a company such as Google: being able to make predictions about the behavior of (groups of) people by often unsolicetedly collecting and processing their personal data. In publications such as that of Harvard professor Shoshanna Zuboff, The Age of Surveillance Capitalism, this way of running a business is explained in great detail. A few weeks ago on Dutch national television, the documentary series VPRO Tegenlicht devoted a full episode to it, subtly titled The Great Data Robbery (De Grote Dataroof).

Zuboff introduced the concept of surveillance capitalism to describe the way Google operated (and in its wake many other internet companies): the unsolicited collection of personal data, or what she calls private experiences, and processing those into highly profitable digital products and services.

The emphasis is on the data that we do not know we share, for example the spelling mistakes we make, our facial expressions or the way in which we formulate. By linking it to other datasets (many hundreds of companies and startups in various sectors, ranging from entertainment to health care, belong to Google’s parent company Alphabet) detailed personal profiles can be created thanks to algorithms and artificial intelligence. Obviously this touches on ethical issues about privacy and online security, especially if you do not know where that data ends up and what it is used for.

Significant for the way Google works is a report in the Wall Street Journal earlier this week, in which is reported about a secret collaboration between Google and a large chain of American hospitals. Purpose: unsolicited processing of patient data into… Yes, into what actually?

In the light of this current discussion, it would have adorned the municipality of Leeuwarden when it had looked very critically at the arrival of Google, certainly in the national Media Literacy Week.

Header image: Flickr

This piece is a translation of this original Dutch post: https://jeroendeboer.net/2019/11/14/van-google-leren-over-online-veiligheid/

The Leeuwarder Courant, the largest newspaper in our area, this morning printed this op-ed which is a somewhat scaled down version of the blog post:

Read More

Posted by on nov 14, 2019

Learning from Google about online safety?

Van Google leren over online veiligheid?

Deze week is het de Week van de Mediawijsheid. Door het hele land worden voor allerlei doelgroepen activiteiten georganiseerd die gaan over het werken en omgaan met media en digitale technologie. Lang ging dit vooral over het aanleren van digitale vaardigheden, maar de laatste tijd gaat het steeds meer over kritisch kijken naar je eigen rol, maar zeker ook de rol van techbedrijven.

Je hoeft niemand uit te leggen dat inzake dat laatste het internet in toenemde mate wordt gedomineerd door een beperkt aantal grote en voornamelijk Amerikaanse ondernemingen, zoals Google, Facebook en Amazon. En dat deze ook steeds meer onder vuur liggen vanwege machtsmisbruik en overtreden van privacy- en datawetten. Het is daarom pijnlijk dat uitgerekend in de Week van de Mediawijsheid Google in Leeuwarden in de openbare ruimte aan burgers en ondernemers uitlegt hoe zij optimaal van het internet gebruik kunnen maken. Ook legt Google uit hoe je veiliger van het internet gebruik maakt. Vooral dat laatste is opmerkelijk.

Surveillancekapitalisme

De laatste tijd wordt, door kritisch onderzoek van wetenschappers en journalisten, namelijk steeds meer blootgelegd wat het feitelijke businessmodel van een bedrijf als Google is: voorspellingen kunnen doen over het gedrag van (groepen) mensen door, vaak ongevraagd, data van hen te verzamelen en te verwerken. In publicaties als die van Harvard-professor Shoshanna Zuboff, The Age of Surveillance Capitalism, wordt deze manier van werken haarfijn blootgelegd. Enkele weken geleden wijdde VPRO  Tegenlicht er zelf een volledige aflevering aan, fijntjes getiteld De grote dataroof. Zuboff introduceerde het begrip surveillancekapitalisme om de werkwijze van Google (en in haar nasleep heel veel andere internetbedrijven) te beschrijven: het ongevraagd verzamelen van persoonlijke data, of wat zij noemt privé-ervaringen, en deze verwerken tot digitale producten en diensten waarmee veel winst gemaakt wordt.

De nadruk ligt daarbij op de data waarvan we niet weten dat we het delen, bijvoorbeeld de spelfouten die we maken, gezichtsuitrukkingen of de wijze waarop we formuleren. Door die te koppelen aan andere data (onder Google’s moederbedrijf Alphabet vallen vele honderden bedrijven en startups in allerlei sectoren, uiteenlopen van entertainment tot gezondheidszorg) kunnen dankzij algoritmes en kunstmatige intelligentie gedetailleerde persoonsprofielen worden samengesteld. Dat dit raakt aan ethische vraagstukken over privacy en online veiligheid mag helder zijn, zeker als je niet weet waar die data terecht komt en waarvoor het wordt gebruikt.

Tekenend voor de werkwijze van Google is een bericht in de Wall Street Journal eerder deze week, waarin wordt bericht over een geheime samenwerking tussen Google en een grote Amerikaanse zorgverzekeraar. Doel: het ongevraagd verwerken van patiëntgegevens tot… Ja, tot wat eigenlijk?

In het licht van deze actuele discussie had het de gemeente Leeuwarden gesierd wanneer zij de komst van Google zeer kritisch had bekeken, zéker in de Week van de Mediawijsheid. 

Foto: Flickr

English version here: https://jeroendeboer.net/2019/11/15/learning-from-google-about-online-safety/

Update 15 november: de Leeuwarder Courant plaatste het artikel vanmorgen in de rubriek Ingezonden:


Read More

Posted by on jul 30, 2019

Face it: jouw data & digitale privacy zijn goud waard

Face it: jouw data & digitale privacy zijn goud waard

Heb je ook zo’n plezier met FaceApp? Zowel op sociale media als in de krant en op TV (bekijk bijvoorbeeld het item bij RTL Boulevard) was de gezichtsverouderingsapp afgelopen week hot. In eerste instantie voornamelijk om het funkarakter ervan, maar kort daarop volgde de kritische blik. Waar komen de foto’s terecht, wat gebeurt ermee en welke rechten heeft de Russische eigenaar van de app eigenlijk? Het oproepen van zulke vragen (en misschien ook wel het beantwoorden ervan) vormt precies de inhoudelijke basis van het Data Detox-project van Fers en de Friese bibliotheken.

Proeftuin Data Detox

In februari dit jaar werd het Data Detox-project van Fers en de Friese bibliotheken geselecteerd als één van de vier landelijke proeftuinen voor bibliotheekinnovatie. Dit betekent dat we met een budget van € 10.000 het project kunnen doorontwikkelen. We pitchten voor leden van de Innovatieraad van de Koninklijke Bibliotheek en bibliotheekcollega’s uit het hele land (zij stemden gezamenlijk op de dertien ingediende proeftuinideeën) en beloofden we met dat geld twee dingen te doen. Allereerst vertalen we een groot aantal Engelstalige workshops rondom data en privacy naar het Nederlands. Deze stellen we publiek beschikbaar aan iedereen die daarvan gebruik wil maken. Daarnaast beloofden we twee bijeenkomsten voor bibliothecarissen te organiseren om met de Data Detox Kit en de tentoonstelling Glass Room Experience kennis te maken.

Zoeken naar diensten van Google tijdens de workshop Word Search: Data Traces

Inmiddels zitten we middenin de uitvoering van de proeftuin. Eind augustus verwachten we de vertaalde workshops aangeleverd te krijgen. Afhankelijk van de hoeveelheid benodigde eindredactie publiceren we deze dit najaar op de Data Detox-website, maar waarschijnlijk ook op de landelijke website Bibliotheekcampus.nl. De workshops zijn oorspronkelijk ontwikkeld door Tactical Technology, de non-profitorganisatie die ook tekende voor de Data Detox Kit en de tentoonstelling Glass Room Experience. Het aanbod karakteriseert zich door zowel speelse- als inhoudelijke activiteiten rondom de thematiek van data en digitale privacy. Ze zijn zowel geschikt voor intern gebruik in bibliotheken als aanbod voor bibliotheekbezoekers.

Aan de slag met data

Tijdens de twee bijeenkomsten voor bibliothecarissen, die op 25 juni en 3 juli plaatsvonden (verzorgd door collega Wai-See Choo en ondergetekende), stonden onder andere twee van deze workshops op het programma. Tijdens Word Search: Data Traces kregen de deelnemers een woordzoeker voorgelegd waarbij zij moesten zoeken naar toepassingen van Google of Facebook. De onderliggende vraag hierbij was welke en hoeveel data je creëert en deelt met de diensten van deze bedrijven. Tegelijkertijd leidde het, voornamelijk in het geval van Google, tot bewustwording hoeveel apps het bedrijf in haar portfolio heeft. In de vervolgworkshop Data Shadows/Data Brokers maakten we een polaroidfoto van de deelnemers en werd hen gevraagd van henzelf een profiel op te stellen: welke apps gebruik je vaak, of welke typeert je het meest? De groep werd vervolgens gevraagd om op basis van deze profielen een business case rond elke profiel uit te denken: hoe kan er met de datasporen van een individu geld verdiend worden?

Het bredere kader: data, surveillance en nepnieuws gaan hand in hand

De twee workshops werden omlijst met twee video’s. De eerste betrof een interview met Shoshanna Zuboff over haar geruchtmakende boek over surveillancekapitalisme. De tweede video was de TED-talk die journaliste Caroline Cadwalladr gaf over de twijfelachtige rol van Facebook in de Brexitcampagne en haar bredere oproep aan Amerikaanse techbedrijven om hun verantwoordelijkheid te pakken. Voornamelijk de laatste video leidde tot soms bezorgde reacties. Dit onderbouwt tegelijkertijd de relevantie van het Data Detox-project. “Ik had veel stof om over na te denken in de trein”, was één van de reacties die later via de mail binnenkwam. Laat dat nou precies één van de belangrijkste elementen van het project zijn: het kweken van bewustwording bij zowel collega’s als bibliotheekbezoekers.

Hoe dan?

De bijeenkomsten leidde echter ook tot heel praktische vragen: hoe ga je met de Data Detox Kit aan de slag in een bibliotheek? Wat moet je doen als je de tentoonstelling Glass Room Experience programmeert? Het leidde bij ons tot het besef dat we, puttend uit onze eigen ervaring, een handleiding met praktische tips & tricks moeten samenstellen. We denken daarbij aan het uitwerken van een aantal scenario’s (van klein naar groot) hoe je activiteiten rondom de thematiek van data en digitale privacy in een bibliotheek organiseert. Je zou de ophef rondom FaceApp bijvoorbeeld heel goed kunnen gebruiken om het werken met de Data Detox Kit te koppelen aan de actualiteit. Dit in de wetenschap dat er ongetwijfeld op korte termijn een volgende populaire app opduikt die het niet altijd even knappe gezicht van het thema data en digitale privacy laat zien.

Dit blog verscheen oorspronkelijk op de website van Fers

Read More

Posted by on jun 12, 2019

‘Inzicht in data waar (g)een touw aan vast te knopen is’

‘Inzicht in data waar (g)een touw aan vast te knopen is’

Hét internationale bibliotheekcongres van nu is toch wel Next Library. Ontwikkeld door de bibliotheek van Aarhus, Dokk1 en met zo’n 400 bezoekers best klein. Je moet er dan ook vliegensvlug bij zijn om een ticket te bemachtigen. Vanwege mijn deelname aan het netwerk van Public Libraries 2030 (de zogenaamde Library Avengers), waarvan ook Dokk1-directeur Marie Østergård deel uitmaakt, kregen we in een vroeg stadium echter een persoonlijke heads-up. Óf een ticket bestellen óf een programmavoorstel indienen. Dat laatste heb ik namens Fers gedaan rondom het onderwerp Data Detox.

Mijn inzending leidde bij de congresorganisatie tot het verzoek om met hen en met Davis Erin Anderson (Metropolitan Library Council New York) gezamenlijk invulling te geven aan een nieuw programmaonderdeel: het Data Lab @ Next Library. Dat was natuurlijk een uitnodiging die ik met beide handen heb aangegrepen! Het betekende dat Davis, Jane Kunze (Dokk1) en ikzelf de afgelopen twee maanden in een online document samenwerkten aan de invulling en natuurlijk veel heen en weer mailden. Het resulteerde in een verrassende combinatie van de Glass Room Experience-tentoonstelling en Data Detox Kit van Tactical Technology (waarvan onze contacten Alistair Alexander en Saif Gaim ook aanwezig waren) en een aantal begeleidende workshops rondom data, privacy en fake news.

Tijdens de aftrap van het congres kregen we de kans om het Datalab toe te lichten. Vlnr: Jane Kunze (Dokk1), ikzelf, Davis Erin Anderson (Metropolitan New York Library Council).

Davis gaf o.a. een workshop over de werking van het internet. Want hoe verlopen informatiestromen? Ze maakte dit inzichtelijk door een groepje mensen een A4-tje voor de borst te laten houden met daarop termen als Server, Router of Computer. Deze mensen werden vervolgens met touwtjes aan elkaar verbonden. Waar kun je dan bijvoorbeeld de informatiestroom doorbreken? Of wie heeft op welke momenten toegang tot persoonsgegevens die ‘door de touwtjes’ gaan? Stof tot nadenken!

Een andere interessante workshop werd verzorgd door Rahul Bhargava van het MIT Civic Media Lab. Deelnemers kregen beschikking tot uiteenlopende datasets om met een aantal beschikbare materialen deze data te verbeelden. Zo werkte er een groepje met gegevens over ijs-consumptie door de jaren heen in de VS. De nogal uiteenlopende consumptiecijfers werden tastbaar gemaakt door van papier ijshoorntjes te maken van diverse formaten. De vraag ‘Hoe krijg je grip op data?’ werd op deze manier verbonden met creativiteit, wat echt tot leuke en persoonlijke creaties leidde.

Aan de rap geslonken stapel Data Detox Kits te zien, nam trouwens zeker de helft van alle congresbezoekers er eentje mee naar huis. Dit was zeker ook te danken aan de ruime aandacht die het congres aan Data Lab @ Next Library besteedde. Zo kregen we tijdens de officiële opening plenair de ruimte om een introductie op het aanbod te geven. Ook het journalisten team (wat een goed initiatief!) kwam gelijk de eerste dag al langs om een video-item over het Datalab te schieten. Er kan dus gerust gesteld worden dat het Datalab succesvol was.

Het journalistenteam van Next Library maakte een item over het Datalab.

Los van de keynotes bezocht ik uiteindelijk zelf geen andere congres onderdelen. Dit had ik al ingecalculeerd omdat je hier eigenlijk niet aan toe komt als je zelf onderdeel bent van het programma. De exposure die we kregen én ook de aandacht voor het initiatief van Fers en de Friese bibliotheken om een Nederlandse versie van de Data Detox Kit en de Glass Room Experience te maken, maakte dit congres echter zo ontzettend de moeite waard. De projectleider van de Data Detox Kit bij Tactical Tech, Safa Gaim, reageerde op een kleine video-impressie van De Kleinste Privacyshow van Nederland: ‘Thank you for sharing! You seriously blew my mind with this. Such a wonderful initiative and I’m really happy to share it with my director!

Next Library vindt jaarlijks plaats, afwisselend in Aarhus en op satellietlocaties. Afgelopen jaar was deze in Berlijn, de eerste keer dat ik er was. In Aarhus werd dit jaar aangekondigd dat het circus in 2020 neerstrijkt in het Australische Brisbane. Een ticket voor die show zie ik na het succes van editie 2019 dan ook zeker wel zitten!

ps. Davis schreef een mooi verslag van Next Library: https://t.co/0o0S2xmCPY

pps: Om de actualiteit van het Data Detoxproject te illustreren: het Ministerie van Justitie en Veiligheid scheeft op 7 juni jl een Kamerbrief, getiteld Kabinet helpt de privacy van mensen beter te beschermen. Hierin wordt onder andere benoemd dat burgers instrumenten nodig hebben om hun privacy te beschermen.

Dit blog verscheen oorspronkelijk op de website van Fers: https://fers.nl/data-lab-next-library/

Read More

Pin It on Pinterest