Pages Menu
Categories Menu

Posted by on mei 17, 2020

Digitale inclusie, of waarom bibliotheken privacyvriendelijk videobellen moeten omarmen

Digitale inclusie, of waarom bibliotheken privacyvriendelijk videobellen moeten omarmen

Videobellen met Zoom? Inmiddels moet die dienst zóveel repareren om door te kunnen gaan voor een privacyvriendelijke en veilige videobeloptie dat er bijna geen redden meer aan is. Nederlandse scholen doen het in de ban, het Ministerie van Defensie verbiedt gebruik en ook de Amerikaanse overheid is huiverig. Veiligheidsexpert Bruce Schneier in zijn artikel Security and Privacy Implications of Zoom:

“Zoom is een ramp op het gebied van beveiliging en privacy, maar was er tot nu toe in geslaagd openbare verantwoording te ontlopen, omdat het relatief obscuur was. Nu het in de schijnwerpers staat, komt het allemaal naar buiten. Op 4 april zei het bedrijf dat het alle doorontwikkeling van functies zou blokkeren en zich zou concentreren op beveiliging en privacy. Laten we eens kijken of dat meer is dan een PR-verhaal.”

Als dan zelfs de uitvinder van surveillancekapitalisme in het gat springt dat Zoom heeft laten liggen, dan ben je feitelijk uitgespeeld. En dan zaagt Facebook ook nog aan Zoom’s stoelpoten. De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat Zoom sindsdien heeft gewerkt aan de tekortkomingen. Dat kan ook op complimenten van Schneier rekenen.

Maar eerlijk gezegd ruimt dat lekker op, want het is een keuzemogelijkheid minder bij het bepalen van een videobeldiensten die het wel verdienen om positieve aandacht te krijgen. En die passen bij het imago van openbare bibliotheken, temeer daar veel bibliotheken zich nauwelijks lijken bezig te houden met dit onderwerp. En dat is opmerkelijk, omdat videobellen binnen mum van tijd onze tweede natuur van communiceren is geworden, met alle bijkomende vragen en uitdagingen van dien. Daarbij past een gedegen informatiefunctie vanuit de bibliotheken, zeker vanuit het breed omarmde principe van digitale inclusie.

Digitale inclusie

Bibliotheken hebben, samen met andere maatschappelijke en private partijen, het onderwerp digitale inclusie hoog op de agenda gezet. Dat betekent dat zij burgers in staat stellen om zoveel mogelijk mee te kunnen doen in de digitale samenleving. In de praktijk gaat het dan bijvoorbeeld om ondersteuning bij het toegang krijgen tot digitale overheidsdiensten. Uit de Kamerbrief Digitale Inclusie:

We communiceren in Nederland steeds meer digitaal. Dat heeft een grote invloed op het leven van iedereen. Technologie kan ons land klaarmaken voor de toekomst. Het biedt kansen. Maar voor veel mensen gaan de ontwikkelingen erg snel. Daar moeten we rekening mee houden. We gaan ervoor zorgen dat iedereen mee kan doen in de digitale samenleving. Ook de mensen die extra hulp nodig hebben.

Wat we ten tijde van het adopteren van het begrip digitale inclusie echter niet konden voorzien was de invloed die de coronacrisis heeft op het digitaal meedoen in veel bredere zin dan alleen toegang tot de digitale overheid. Iedereen is ineens gedwongen om zich online te kunnen bewegen om nog een beetje een gevoel van meedoen te hebben. Dat het gemak van diensten daarbij ontzettend belangrijk is staat voorop. Dat betekent echter maar al te gemakkelijk dat andere onderwerpen, bijvoorbeeld privacy, of je het nu wil of niet, eenvoudig op het tweede plan terechtkomen.

Met die wetenschap kunnen bibliotheken een positieve rol spelen. Daadwerkelijke digitale inclusiviteit, met videobellen als actuele, maar zeker ook blijvende vooruitgeschoven post, betekent namelijk dat het geheel van eigenschappen van videobeldiensten geïnventariseerd, uitgedragen en wellicht zelfs gefaciliteerd zou moeten worden.

Inventarisatie

Maar welke diensten zijn er dan en wat zijn hun voors en tegens? Het inventariseren daarvan is gelukkig al gedaan door talloze betrouwbare partijen. Bibliotheken kunnen zich de resultaten van deze inventarisaties eigen maken. Geen één overzicht is overigens compleet, maar je krijgt al wel snel een beeld de meest voorname spelers. Bekijk bijvoorbeeld de Keuzehulp privacy bij videobel-apps van de Autoriteit Persoonsgegevens.

Naast de keuzehulp van de Autoriteit Persoonsgevens maakte Kennisnet onlangs ook een inventarisatie, specifiek gericht op het onderwijs: Videochat-programma inzetten? Tips voor een goede aanpak. Onder de noemer *privacy niet inbegrepen maakte ook Mozilla een overzicht.

Doordat we met z’n allen in het diepe zijn gegooid moest iedereen halsoverkop een keuze voor een te gebruiken tool maken. Voor de één was dat gemakkelijker dan de ander, maar ik denk dat het veilige aanname is dat de functionaliteit van een tool voor bijna iedereen bovenaan stond: iets met het gewoon doen en niet te moeilijk zijn.

Enerzijds betekent dat logischerwijs dat je kiest voor iets dat je al kent, bijvoorbeeld Whatsapp, Facebook Messenger of Facetime. Voor professioneel gebruik wordt dat al wat lastiger en daar zie je dat tools die met veel marketingpower worden ondersteund (Zoom), of tools van bekende bedrijven, of diensten van aanbieders waarvoor je al betaalt (Google Meet, Microsoft Teams) het eenvoudigst geadopteerd worden. Ook dat is begrijpelijk, maar of het altijd het verstandigst is..

Functionaliteit vs kernwaarden bibliotheek

Het is glashelder dat een videobeltool moet werken en het liefst niet ingewikkeld is. Naast dat gebruiksgemak moet hij echter ook voldoen aan een aantal eisen die met functionaliteit niets van doen hebben, maar die wel passen bij het imago van de openbare bibliotheek. Privacyvriendelijkheid staat daarbij hoog op het lijstje, evenals veiligheid, een liefst niet-commercieel karakter én de mogelijkheid de tool zelf te beheren (wat vaak betekent dat deze ook open-source is, ook een pré). Ik stel me daarbij kortom de vraag:

Welke tool gebruik ik met trots in de bibliotheek en draag ik ook graag uit richting collega’s en het publiek?

Een inspiratie voor tools die ikzelf zou gebruiken omdat ze voldoen aan bovenstaande vraag vind ik onder andere bij Waag Society. Zij hebben een inventarisatie gemaakt van tools die zij volgens onderstaande redenering hebben samengebracht:

“Nederland werkt thuis, en dus zochten wij naar goede oplossingen om samen te kunnen blijven werken. Echter, bij veel technologieën die we gebruiken merken we dat er iets mis is: we worden getracked en onze data wordt misbruikt en verhandeld. Bij Waag willen we eerlijke alternatieven en doen we onderzoek naar open, veilige en eerlijke tools. Deze technologieën noemen we de Public Stack: een stapel van technologieën die de mens, de samenleving en de wereld als centrale waarden hanteert – en niet de aandeelhouder.”

Bij gebruiken alleen blijft het dus niet. Ik vind dat bibliotheken vanuit hun informatiefunctie ook een verantwoordelijkheid naar buiten toe hebben: in hoeverre informeren wij het publiek over welke videobeltools vanuit bibliotheekperspectief aan te raden zijn? En hebben we juist niet een extra verantwoordelijkheid wanneer het digitaal minder vaardige mensen betreft? Wanneer je die laatste lijn doortrekt spreekt het voor zich om zéker voor hen een duidelijke positie in te nemen, want wanneer we het hebben over mensen laten meedoen ontkom je daar gewoon niet aan.

De dagelijkse praktijk stemt niet positief

Jezelf bovenstaande vraag stellen lijkt voor de hand liggend, maar dat is het helaas niet. Bibliotheken lijken voor hun eigen gebruik weliswaar steeds meer een afgewogen keuze te maken (even los van de vraag of dat verstandige keuzes zijn), maar richting gebruikers wordt er eigenlijk geen signaal afgegeven. Ook vanuit de KB is er geen beleid of advisering over te gebruiken tools. Een vraag die ik aan het begin van de crisis bij hen neerlegde kon aanvankelijk wel op enthousiasme rekenen, maar uiteindelijk bleek het toch geen prioriteit te hebben. Die lag namelijk bij de uitrol van andere diensten. Over die interne keuze kan ik natuurlijk niet veel zeggen, behalve dat ik het een gemiste kans vond en vind.

Een snelle scan langs bibliotheekwebsites door het hele land leert dat er ‘bij ons’ bar weinig over dit onderwerp is te vinden. Op de websites van een aantal bibliotheken wordt wel verwezen naar het aanbod van Thuis Online van Seniorweb. Dat gaat echter niet veel verder dan het adviseren van bekende consumentendiensten als Whatsapp, Facetime, Zoom en Skype. Als ik daarop mijn bovenstaande vraag zou loslaten is mijn antwoord een volmondig “Nee“.

Welke videobeltool zouden bibliotheken moeten omarmen?

Deze blogpost gaat over videobellen, een toepassing om met beperkte groepen collega’s of bezoekers te kunnen communiceren. Dat betekent dat bijvoorbeeld applicaties om webinars mee te verzorgen hier niet specifiek benoemd worden.

In een blog op de website van Fers schreef ik over onze positieve ervaringen met Jitsi. Ook op veel andere plekken wordt deze tool geprezen, bijvoorbeeld door Bits of Freedom en de Consumentenbond. Momenteel onderzoeken we bij Fers of we een eigen server van Jitsi kunnen voorzien. Dat zou naar verwachting een positief effect moeten hebben op de af en toe instabiele verbinding wanneer je afhankelijk bent van de officiële Jitsi-server.

Enkele weken geleden nam ik deel aan een webinar van Waag, gehost op hun eigen Jitsi-server en daaraan namen gedurende twee uur gelijktijd 40 personen probleemloos deel. Dat stemt dus positief. In de tussentijd kan je voor gebruik van Jitsi via Nederlandse servers hier terecht. Marcus Bergsma schreef een handleiding als je aan de slag wil.

Een tool die aan bekendheid wint is BigBlueButton. In tegenstelling tot Jitsi is deze tool veel meer dan alleen een videobeldienst (ze is ontworpen voor gebruik in het onderwijs), maar is evenals Jitsi zelfstandig te beheren. Dat geldt ook voor de goed beoordeelde diensten Nextcloud Talk en Riot. En om te ervaren dat open source niet eng is: probeer Signal eens te gebruiken (en vraag een paar collega’s om met je mee te doen) in plaats van Whatsapp. Werkt hetzelfde, maar veilig en privacyvriendelijk.

En welke videobeltool niet?

Wanneer je het geheel van eigenschappen van videobeldiensten onder de loep neemt en deze verbreedt met de kernwaarden van het bibliotheekwerk valt een tool als Zoom sowieso af. Gebruik het lekker voor jezelf als je dat wil, of schik je als het niet anders kan, maar het als bibliotheek inzetten en daarmee ook promoten past eenvoudigweg niet. Misschien als goed voorbeeld: voor gebruik in het onderwijs raadt Kennisnet het gebruik van Zoom af. Richting gebruikers zou ik ook niet aankomen met diensten die een premiumbedrag vragen voor extra functionaliteit, zoals bijvoorbeeld Whereby (dat overigens prima scoort op elementen als privacy en veiligheid).

Op naar echte digitale inclusie

Videobellen is onmisbaar geworden en daarmee een belangrijk onderdeel van een digitaal inclusieve samenleving. De voornoemde Kamerbrief Digitale Inclusie heeft als ondertitel “iedereen moet kunnen meedoen“. De Good Things Foundation, wiens aanpak voor de Digital Agenda een inspiratie voor de Nederland Kamerbrief vormde, publiceerde zeer recent een alweer bijgewerkte visie: A new manifesto for digital inclusion. Voor mij is dit het kernelement daarvan:

“Dit is waar de begrippen digitaal en community elkaar kruisen. De voornaamste redenen die mensen aangeven voor hun digitale exclusie zijn armoede (men kan zich geen apparaat of snelle internetverbinding veroorloven) en een gebrek aan motivatie. Desinteresse en angst voor internetcriminaliteit staan dan bovenaan de lijst. Verbreding van de toegang tot technologie kan dus alleen plaatsvinden als deze belemmeringen worden weggenomen.”

De uitdaging is dus om desinteresse voor de digitale wereld weg te nemen. Dat wordt niet eenvoudiger gemaakt door een toenemende en gegronde angst voor internetcriminaliteit, met phishing, datalekken en nepnieuws als belangrijke onderwerpen. Het New manifesto for digital inclusion vervolgt dan met een directe uitnodiging voor bibliotheken, die ook nog eens aansluit op de individuele benadering van Doug Belshaw in diens Essential Elements of Digital Literacies:

“Alleen door vertrouwen op te bouwen en de juiste manier te vinden waarop “digitaal zijn” relevant is voor een bepaalde persoon, kan je een goede start maken met het aanleren van digitale skills. En dit is de speciale vaardigheid en passie van speciale mensen in onze communities: degenen die werken in maatschappelijke organisaties, van kleine goede doelen en bibliotheken tot sociale ondernemingen en woningcorporaties.”

Aan de slag: kennis verzamelen en uitdragen

De behoefte aan een toename in kennis wordt gestaafd in het Cybersecurityonderzoek 2019 van Alert Online, waarin de onderzoekers adviseren dat alleen investeren in kennis helpt bij het digitaal weerbaarder maken van burgers. Dat is een prachtige én noodzakelijke stap voor bibliotheken om te nemen en die we ons eigen moeten maken. Dat daarvoor, te beginnen bij onszelf, werk aan de winkel is staat echter als een paal boven water. Laat de noodzaak voor veilige videobeltools daarvoor nu een prachtige stok achter de deur zijn.


English version of this blog post here: Digital inclusion, or why libraries should embrace privacy-friendly video calling services

Afbeelding: Mario A. P. Flickr via Compfightcc

Read More

Posted by on jan 8, 2017

Internet Archive lanceert doorzoekbaar videoarchief rondom Donald Trump

Internet Archive lanceert doorzoekbaar videoarchief rondom Donald Trump

Om onderzoekers, journalisten en kritische burgers een instrument te geven om aan fact checking te doen introduceerde het Internet Archive in 2012 het initiatief TV News. Het platform maakte het mogelijk om video op tekstniveau doorzoekbaar te maken. Het fenomeen van ‘draaiende’ politici kan hiermee bijvoorbeeld bewezen worden.

In navolging van TV News heeft het Internet Archive afgelopen week het Trump Archive gelanceerd. Momenteel bevat de database ruim 500 uur aan videomateriaal. Daarvan is een groot deel al onderworpen aan feitenchecks door FactCheck.org, PolitiFact en The Washington Post’s Fact Checker.

“By providing a free and enduring source for TV news broadcasts of Trump’s statements, the Internet Archive hopes to make it more efficient for the media, researchers, and the public to track Trump’s statements while fact-checking and reporting on the new administration. The Trump Archive can also serve as a rich treasure trove of video material for any creative use: comedy, art, documentaries, wherever people’s inspiration takes them.

We consider the Trump Archive to be an experimental model for creating similar archives for other public officials. For example, we’ll explore the idea of creating curated collections for Trump’s nominees to head federal agencies; members of Congress of both parties (for example, perhaps the Senate and House majority and minority leadership); Supreme Court nominees, and so on.

While we’ve largely hand-curated this collection, we hope to collaborate with researchers to apply machine intelligence to expand this collection, building others and making search of our entire TV library vastly more efficient.”

Bron: Internet Archive

Afbeelding: Abode of Chaos Flickr via Compfight cc

Read More

Posted by on mrt 11, 2016

DIY Dog: BrewDog maakt haar bieren open source

DIY Dog: BrewDog maakt haar bieren open source

De Schotse speciaalbierbrouwerij BrewDog komt tegemoet aan de groeiende markt van thuisbrouwers. Met DIY Dog geeft zij namelijk de recepten van 215 (!) bieren vrij. De PDF is te downloaden na achterlaten van je emailadres, maar je vind hem natuurlijk ook hier.

DIY DOG from BrewDog on Vimeo.

bron: Nerdcore

Read More

Posted by on aug 10, 2015

Over mediawijsheid en makerscultuur #bestebibliothecaris

Over mediawijsheid en makerscultuur #bestebibliothecaris

Voorafgaand aan de eerste editie van de Mediawijzer Netwerk Experience werd ik gevraagd een aantal vragen te beantwoorden. Onderstaand wat meer uitgewerkte versies daarvan, ook in het licht van de verkiezing van Beste Bibliothecaris van Nederland 2015. De thematiek bepaalt namelijk in ruime mate de dingen die mij momenteel in mijn werk bezighouden.

  1. Wat wordt het belangrijkste mediawijze thema van het komende decennium?

“Wat nu ook al het belangrijkste thema is: privacy. Maar niet alleen in waarschuwende zin. Een ander belangrijk thema is namelijk makerscultuur. Met gratis en open software en overwegend goedkope hardware zijn mensen in staat heel veel oplossingen voor zichzelf te bedenken én te realiseren. Dat betekent dat we ook in staat zijn systemen te maken die veiliger en meer ‘van ons’ zijn. Ik ben er een groot voorstander van een onderwerp als privacy te koppelen aan de kansen die makerscultuur biedt. Oplossingen voor het privacyprobleem komen daarmee ook binnen het bereik van de gebruikers zelf. Het is daarbij zaak te beginnen met bewustwording van wat alle technologie om ons heen betekent, waartoe zij in staat is, maar bovenal het ontwikkelen van technisch begrip. Hoe werkt de telefoon in mijn zak of de slimme energiemeter thuis?”

  1. En welke invloed zal dat hebben op de samenleving?

“Eerlijk gezegd is dat niet met zekerheid te stellen, maar kenners zijn het erover eens dat economische en daarmee andere systemen hierdoor gaan veranderen. In de Tegenlichtdocumentaire De Nieuwe Makers is dit mooi geïllustreerd. Wanneer consumenten niet alleen theoretisch, maar ook praktisch kennis opdoen en weten waar en met wie je aan de slag kunt zal de wereld stukje bij beetje veranderen.”

  1. Welke competenties moeten kinderen dan hebben?

“‘Als je niet kunt programmeren, loop je veel voordelen mis’, zegt Neelie Kroes. Openbare bibliotheken en het onderwijs kunnen een stimulerende leeromgeving zijn voor samenwerkend digitaal leren. Dat is waar het groeiende aantal FabLabs in Nederlandse bibliotheken nu al mee experimenteert. De openheid en speelsheid van de makerscultuur en het verlangen om te experimenteren brengt nieuwe perspectieven. De makersbenadering maakt dat iedereen hierdoor kan bijdragen aan de ontwikkeling van digitale geletterdheid. Iedereen kan namelijk samenwerken als hiervoor de juiste voorwaarden aanwezig zijn. Competenties zijn dus zelf kunnen doen, delen en samenwerken.”

Het satellietstation 'It Greate Ear' bij het Friese dorpje Burum, onder andere gebruikt door de AIVD.

Het satellietstation ‘It Greate Ear’ bij het Friese dorpje Burum, onder andere gebruikt door de AIVD.

  1. Hoe gaan jullie, als professional, daarop inspelen?

“Faciliteren, niets meer en niets minder. Bibliotheken hebben altijd een belangrijke rol gespeeld bij het toegankelijk maken van nieuwe technologische ontwikkelingen. Dat is nu niet anders. Binnen het project FryskLab willen we dat onder meer doen met MediawijzerMakers!, waarbij we mediacoaches laten kennismaken met de toolkit van Mozilla Webmaker en hen uitdagen hun eigen mediawijsheidaanbod te maken. Binnen het onderwijsaanbod van FryskLab komen leerlingen uit het PO, VO en MBO in aanraking met tools om te maken. Het is mooi om te zien dat het aantal Nederlandse bibliotheken dat in dit veld actief is toeneemt. In dat opzicht doen we precies waarvoor bibliotheken bedoeld zijn: mensen kennis laten opdoen over hoe de wereld in elkaar steekt.”

  1. Moeten we ons zorgen maken als alles in de toekomst via internet met elkaar is verbonden?

“Ja. Maar dat weegt niet op tegen de voordelen die het internet biedt. Voor de jonge generatie zit het delen van informatie in het DNA. Dit gaat in potentie veel verder dan het delen van informele persoonlijke gegevens, iets waarover we nu vaak terecht bezorgd zijn. Het gaat namelijk ook over het benutten van het web om waardevolle kennis met elkaar te delen en daarmee tot zinvolle resultaten te komen. In dat opzicht moeten we ons veel meer zorgen maken over de tegenbeweging die ontstaat vanuit het bedrijfsleven en de politiek om het delen aan banden te leggen.”

foto: It Greate Ear (het grote oor) bij het Friese dorpje Burum.

Read More

Posted by on jun 25, 2015

Bij Vlaamse collega’s vertellen over bibliotheek en makersbeweging

Bij Vlaamse collega’s vertellen over bibliotheek en makersbeweging

De VVBAD organiseerde vandaag in Gent een studiedag over het veranderende bibliotheekwerk. Mij viel de eer ten deel een presentatie te mogen geven over de relatie tussen bibliotheek en makersbeweging.

Waar het verschijnsel dat bibliotheken bewuste stappen zetten om iets met het maakfenomeen te doen in Nederland goed op gang is gekomen, is dat in Vlaanderen nog niet het geval. De collega’s die ik sprak zien echter wel de mogelijkheden. Ook hier zal gelden dat zien doet geloven.

In dat opzicht hoorde ik dat men uitziet naar de komst van FryskLab naar Informatie aan Zee, het grote tweejaarlijkse Vlaamse bibliotheekcongres in Oostende. En dat treft, want wij zien ook uit naar het evenement!

Read More

Posted by on mrt 27, 2015

SpotiBear: een 3D geprinte beer die kinderliedjes zingt

SpotiBear: een 3D geprinte beer die kinderliedjes zingt

Wat leven we toch in een mooie tijd. Dankzij open en relatief goedkope technologie kunnen er leuke projecten opgepakt worden zoals bijvoorbeeld deze muzikale teddybeer. Het is een experiment van Andreas Lindahl en Pär Johansson die hun handen in elkaar sloegen, maar vooral aanvullende kennis met elkaar deelden. Het resultaat is SpotiBear:

“SpotiBear is a Spotify powered toy that plays children’s music, lullabies and stories. This is not a “real” project or a product, just a fun hack project because I wanted to get better at 3D modeling and learn how the 3D printer we have in the office works.”

Linddahl ontwierp de elementen van SpotiBear en printte deze vervolgens uit met een standaard MakerBot Replicator2. Door de objecten met primer glad te maken en op te schuren kreeg het object een meer professionele uitstraling. Johansson tekende voor de elektronica (een Raspberry Pi B+) en het programmeerwerk waarmee de Spotify-integratie en knopsbesturing gerealiseerd werd.

bron: 3Ders

SpotiBear1

SpotiBear2

SpotiBear3

SpotiBear4

SpotiBear5

SpotiBear6

SpotiBear17

Read More

Pin It on Pinterest