Pages Menu
Categories Menu

Posted by on feb 18, 2014

Bibliotheekwerk in transitie – 4. Van… Gebruiker is klant Naar… Gebruiker is expert

Bibliotheekwerk in transitie – 4. Van… Gebruiker is klant Naar… Gebruiker is expert

Enkele maanden geleden bracht ik een avond door bij een stadsgenoot met een bijzondere muziekcollectie. Zijn vinyl- en cd-verzameling omvatte zeker 10.000 exemplaren van een genre dat je het best zou kunnen omschrijven als progressieve rock uit Groot Brittannië, periode 1965-1975. En ook alleen maar dat. Zijn streven was om zijn collectie qua breedte en invalshoek te beperken, zodat hij discografieën van een select aantal artiesten uitputtend bij elkaar kon brengen. Een levenswerk dus.

In zijn speciaal hiervoor ingerichte luisterkamer, een zolder met schuin dak waarvoor de platenkasten speciaal op maat waren gemaakt, ademde het muziek. Dat kwam niet alleen door de prachtige collectie en de uitmuntende geluidsinstallatie, maar nog veel meer door de verhalen die gepaard gingen bij elke plaat die op de draaitafel of in de cd-lade ging. Elke muziekliefhebber, ongeacht smaakvoorkeur, zou zich op die zolder hebben thuisgevoeld. Je werd namelijk door de verzamelaar meegenomen in zijn verhaal en passie. En dat gewoon op een zolder van een huis in een straat ergens in Leeuwarden.

Bibliotheken herbergen in hun gebruikersbestand talloze van dit soort experts (en daarbuiten zijn het er natuurlijk nog veel meer). Wat doen wij om hen uit te dagen hun kennis voor ons en anderen beschikbaar te stellen? Doen we het überhaupt? En als we het willen, wat hebben deze experts dan van ons nodig? Ik denk dat het belangrijkste is uit te dragen dat we voor deze experts open staan, net zoals bibliotheken open staan voor bijvoorbeeld de Volksuniversiteit. Ik herinner me nog goed dat ik op de dag dat zanger Ronnie James Dio overleed een aankondiging van Muziekbank Overijssel langs zag komen. Zij nodigden liefhebbers van diens muziek uit in de bibliotheek om onder het genot van een drankje een avond lang naar Dio’s muziek te luisteren en verhalen te vertellen. Zo eenvoudig en zo sympathiek.

Vorige week kwam bij de sessie in Groningen, de aanleiding voor deze blogreeks, het project Verhalencoach aan de orde. Rob en mij werd gevraagd of we iets wist van de voortgang daarvan. Daarover konden we wel iets vertellen, maar nu ik dit zo opschrijf besef ik me ineens dat ik wel heel erg geïnteresseerd zou zijn in een Verhalencoach waarvan de rol ook kan worden ingevuld door de gebruiker als expert. Eigenlijk weer een soort Mensenbieb dus. Dat vraagt echter om het durven afstaan van wat door sommigen wordt beschouwd als het absolute privilege van de professionele (traditionele) bibliothecaris. Ik herinner me deze discussie naar aanleiding van de opening van particuliere Leencafé’s in Assen (als gevolg van sluiting van de wijkbibliotheek), waarbij de directeur van de VOB stelt:

Prima dat dan anderen in dat gat springen. Maar als we dat vanuit onze professionaliteit c.q. onze branche zelf gaan zitten stimuleren of daar actief aan meewerken, dan zijn we hard bezig die professionaliteit helemaal weg te bonjouren. Want dan legitimeren we zelf de bezuinigende gemeente. Dan zal er van professioneel bibliotheekwerk snel niet veel meer over zijn.

In plaats van het omarmen van het initiatief wordt het neergezet als een goedbedoeld, zij het amateuristisch gebeuren. En iedereen die dit signaleert en probeert uit te vinden hoe beide elkaar kunnen versterken wordt door dezelfde directeur medeverantwoordelijk gemaakt voor de teloorgang van het professionele bibliotheekwerk:

Dat mensen uit onze branche daar kennelijk anders over denken en dat actief willen uidragen, het moet allemaal kunnen. Maar nogmaals: kijk dan niet raar op als je gevoeglijk wordt wegbezuinigd en wees dan niet boos als je je baan verliest en professionele bibliotheken worden opgeheven ten gunste van goedbedoelde vrijwilligersinitiatieven.

Dat het burgerinitiatief in Assen zeker niet op zichzelf staat blijkt uit dit mooie overzicht van informele bibliotheken. Omarmen, zou ik zeggen, maar nee, in plaats daarvan meent deze zelfde VOB nu het hoofd te gaan bieden aan dreigende bezuinigingen door een Facebookpagina te openen en te vragen om likes voor de stelling Mijn bieb moet blijven. Goedbedoeld amateurisme. En dat blijkt, want van de immer opgevoerde vier miljoen leden hebben welgeteld ruim 1.300 (waaronder, zag ik, ook veel collega’s) momenteel een like achtergelaten. Dat is 0,0003 procent,.

Wat wil men eigenlijk bereiken met een pamflet dat bol staat van beleidstekstfragmenten en eindigend met het begrip volwaardige bibliotheekvoorziening. De hoogste tijd dunkt me om eerst rol en functie van de bibliotheek eens onder de loep te nemen in plaats van te bouwen op een afbrokkelend fundament. En waarom daarbij niet de gebruiker als expert van gebruik van de bibliotheek om hulp vragen? Het is namelijk helemaal niet erg om hen hun licht te laten schijnen over onze uitdagingen. Van een beetje trots inslikken is nog nooit iemand slechter geworden.

Morgen:

Bibliotheekwerk in transitie – 5. Van… Ordening Naar… Context

Wil je ook je licht laten schijnen over Bibliotheekwerk in transitie? Voeg je bijdrage dan toe aan dit publieke Google Doc

 

Afbeelding: striatic via Compfight cc

Read More

Posted by on feb 17, 2014

Bibliotheekwerk in transitie – 3. Van… Collectie is eindproduct Naar… Collectie is grondstof

Bibliotheekwerk in transitie – 3. Van… Collectie is eindproduct Naar… Collectie is grondstof

Het begrip collectie in de zin VOB (Verzamelen – Ontsluiten – Beschikbaar stellen) gaat grotendeels over tastbare media: boeken, geluidsdragers, dvd’s. Digitale media zijn de laatste jaren weliswaar meer en meer deel gaan uitmaken van het aanbod van een bibliotheek, maar daarbij gaat het vooral om het beschikbaar stellen van reeds samengestelde collecties. De lokale bibliothecaris heeft met het digitale aanbod daarom weinig van doen. Linksom of rechtsom is het resultaat echter een verzameling objecten in een (digitale) kast. Gebruikers van de bibliotheek kunnen hieruit putten en het verantwoordingsmodel van de bibliotheek is geboren: hoe meer er gebruik gemaakt wordt van de collectie, hoe succesvoller de bibliotheek.

Dat er ook een onvermijdelijke keerzijde aan dit verhaal zit wordt vooral zichtbaar bij muziekbibliotheken. Aan het uitlenen van geluidsdragers was/is vaak een extra uitleenbedrag gekoppeld. Tot een aantal jaar geleden was dit een lucratieve business, maar daaraan is een einde gekomen. Waar bibliotheken eerst blij waren met de extra inkomsten is de minder goedlopende muziekafdeling nu de eerste die het loodje moet leggen: het kost namelijk geld. Paradoxaal is natuurlijk dat dit voor al het aanbod geldt, maar daarvoor gelden blijkbaar andere regels. Dat met het afschaffen van de uitleen van geluidsdragers ook goeddeels het geheel van muziekaanbod in een bibliotheek (denk aan bladmuziek, biografieën, muziekdvd’s) de nek omdraait wordt voor lief genomen.

Het verdwijnen van bibliotheekcollecties betekent echter geenszins dat er helemaal geen collecties meer bestaan. De vraag Iedereen een bibliothecaris? is namelijk een retorische. Mensen zijn verzamelaars, sommige beter dan andere, maar iedereen verzamelt dat wat hem of haar lief is. Ik mag me in mijn omgeving verheugen op een aantal mensen met zeer specialistische muziekverzamelingen. De diepgang en omvang daarvan vind je in geen enkele bibliotheek, maar met een andere kijk op het begrip collectie zou dat wel eens kunnen veranderen. Waarom zou je namelijk geen mensen met specifieke kennis en bezit toevoegen aan het aanbod?

In de Human Library (of in Nederland Mensenbieb) gebeurt dat al. Daar gaat het echter niet zozeer over het delen van specifieke vakkennis, maar meer om sociale thema’s als het creëren van begrip en het wegnemen van vooroordelen. In de basis komt het er echter op neer dat bibliotheken in hun netwerk op zoek gaan naar interessante menselijke boeken. Dit idee sluit naadloos aan op het pleidooi van iemand als David Lankes, die stelt dat de moderne bibliothecaris zich veel meer moet richten op connecties. Daarmee komen de collecties vanzelf beschikbaar. Weliswaar niet samengesteld door de professionele bibliothecaris, maar wel door hem beschikbaar gesteld. Een voorbeeld hiervan is Boekenkast van Nederland, alhoewel de huidige status daarvan voor mij onbekend is. In Friesland wordt momenteel wel gewerkt aan Boekenruil, een adaptatie van Boekenkast van Nederland. Collecties van connecties worden zo geïntegreerd in het bibliotheekaanbod.

Het zoeken naar de connecties wordt sterk vereenvoudigd, omdat liefhebbers zich al als zodanig naar buiten toe opstellen. Kijk bijvoorbeeld maar eens op sites als Platenkasten of Boekenkastfoto. Het beschikbaar stellen van deze collecties van connecties gebeurt in bibliotheken dus al, zij het heel voorzichtig. In potentie bestaat er echter een collectie die de omvang van een lokale bibliotheek sterk overstijgt. Sterker nog, ook de institutionele Collectie Nederland zal worden overtroffen wanneer er een gedistribueerd netwerk van connectiecollecties ontstaat. Dat is toch een geweldige uitdaging voor de Nederlandse bibliotheken?

Morgen:
Bibliotheekwerk in transitie – 4. Van… Gebruiker is klant Naar… Gebruiker is expert

Wil je ook je licht laten schijnen over Bibliotheekwerk in transitie? Voeg je bijdrage dan toe aan dit publieke Google Doc

 

Afbeelding: woodleywonderworks via Compfight cc

Read More

Posted by on feb 16, 2014

Bibliotheekwerk in transitie – 2. Van… Voor de gebruiker Naar… Door de gebruiker

Bibliotheekwerk in transitie – 2. Van… Voor de gebruiker Naar… Door de gebruiker

Iedereen een bibliothecaris? In de oude zin van het woord misschien nog niet, maar de gereedschappen om bibliothecaris te spelen komen steeds sneller en gebruiksvriendelijker beschikbaar. Oude zin van het woord betekent in dit geval overigens (met dank aan Rob Bruijnzeels) Verzamelen – Ontsluiten – Beschikbaar stellen (VOB). Toevallig? Hoe het ook zij: het doorlopen van de gehele drietrapsketen VOB door gebruikers zie ik nog niet gelijk groots ontstaan, maar op elementen ervan zijn er wel degelijk niet te negeren ontwikkelingen waar te nemen. Bibliotheken kunnen en moeten hiervan leren.

Binnen bibliotheken lijkt een groeiende bijdrage van gebruikers in het bijdragen aan collectievorming nauwelijks voor te komen. De Centrale Discotheek Rotterdam (CDR) reageerde bijvoorbeeld afwijzend toen ze tijdens een seminar over streaming muziek werd gevraagd of gebruikers ook mochten bijdragen aan de site. “De redactie wist zelf genoeg”. Bij een project waaraan ik zelf werkte, het Frysk Muzyk Argyf, speelt precies hetzelfde. Juist omdat het een lokaal archief betreft wilde ik graag de site in ieder geval zó laten opzetten dat (op termijn) gebruikers zelf konden bijdragen. “Maar dan kunnen we niet controleren of er wel de juiste dingen geplaatst worden“, was de reactie. Einde verhaal. Het resultaat mag er nog steeds zijn, maar er kan zoveel meer. Kijk bijvoorbeeld naar Middelburg Dronk van kompaan Edwin. Of naar de Petrucci Muziekbibliotheek, het grootste bladmuziekarchief ter wereld. Samengesteld door vrijwilligers, maar zeker in het geval van Petrucci, op een wijze waarvan een progressieve professionele bibliothecaris slechts blij kan worden.

De CDR, als zelfstandige stichting, kan helemaal zelf beslissen wat zij doet. In een breder bibliotheekperspectief is het echter hoog tijd gebruikers wel bij het collectieproces te betrekken en ze iets te laten doen wat bibliotheken jaren geleden hebben ‘geschonken’ aan de NBD: het produceren van beschrijvingen, biografieën, recencies etc. Iedere bibliothecaris zal bevestigen dat het maken van deze content eigenlijk tot het basiswerk behoorde, maar nu nemen we het af van een commerciële partij. Dat is op zich niet kwalijk, want als de kwaliteit goed is hebben beide partijen én de gebruiker er baat bij. Het probleem is echter dat bibliotheken nauwelijks meer over eigen content en data beschikken. In het licht van onze publieke taak is dat sowieso discutabel. Bij de ontwikkeling van nieuwe digitale diensten is dat ook een groot nadeel, omdat er altijd kosten gemaakt moeten worden voor de aanschaf van deze data. En laat het internet nu draaien op data en het ultieme internet op de vrije beschikbaarheid daarvan. Daaraan kunnen we in de huidige situatie dus nauwelijks bijdragen.

Gelukkig zijn er buiten bibliotheekland tal van initiatieven waarbij gebruikersparticipatie gewenst of zelf fundamenteel is. Wikipedia is daarvan natuurlijk het beste voorbeeld. Dat bibliotheken en archieven ervoor kiezen zogenaamde Wikipedians-in-residence aan te nemen is een prachtige ontwikkeling. De huidige status van het project Wiki loves bieb is sluimerend, maar het spreekt voor zich dat ik een groot voorstander ben van de combinatie. Gebruikers worden ook ‘opgevoed door diensten als Twitter en Facebook. Het taggen van tweets en statusupdates is in feite niets anders als het proces van metadateren. Dat op deze manier automatisch collecties gemaakt worden wordt misschien niet gelijk zo gezien als de huis-, tuin- en keukengebruiker. Het komt er echter op neer dat iedereen kan bijdragen aan het vormen van openbaar beschikbare contentverzamelingen. Het nadeel is echter dat niemand weet wat er met deze collecties gebeurt wanneer de bedrijven erachter mochten verdwijnen. Eveneens is niet inzichtelijk hoe de systemen gebouwd zijn en moeten we maar vertrouwen op de goede bedoelingen.

Daar ligt dus een grote kans en uitdaging voor de bibliotheek. Wanneer bibliotheken willen profiteren van de rol van de gebruiker als producent moet ze er alles aan doen deze actief te betrekken. Hoe? Natuurlijk allereerst door uit te dragen dat de bijdragen welkom zijn. We hebben de wijsheid al lang niet meer in pacht, onder andere doordat we veel zelf uit handen hebben gegeven (NBD). Een lichte pas op de plaats in tegenstelling tot een wij-weten-het-best-attitude is hier op zijn plek. Daarnaast moeten onze systemen zo ontwikkeld zijn dat ze gebruikersparticipatie ondersteunen (ópen dus) en moet de bibliotheek zich nog veel meer inhoudelijk manifesteren op de platforms waarop onze gebruikers al actief zijn. In wezen is dit de bibliotheek-als-platformtheorie van David Weinberger (zie hieronder). Hij stelt terecht dat het aansluiten op genetwerkte kennis een grote, maar zeker geen kansloze missie voor bibliotheken is.

Morgen Bibliotheekwerk in transitie – 3. Van… Collectie is eindproduct Naar… Collectie is grondstof

Wil je ook je licht laten schijnen over Bibliotheekwerk in transitie? Voeg je bijdrage dan toe aan dit publieke Google Doc

Afbeelding: Hc_07 via Compfight cc

Read More

Posted by on feb 15, 2014

Bibliotheekwerk in transitie – 1. Van… Distributie Naar… Kennis maken

Bibliotheekwerk in transitie – 1. Van… Distributie Naar… Kennis maken

Het is iets dat we als bibliotheken tot in de puntjes beheersen: het logistieke systeem waarbij boeken en andere media van A naar B worden verplaatst middels transportbusjes (interbibliothecair leenverkeer, of IBL). Steeds meer begint echter de vraag te spelen of IBL wel iets is dat past bij deze tijd en eveneens of er inmiddels geen partijen actief zijn die dat logistieke proces nog beter beheersen dan wij (bijvoorbeeld omdat het hun core business is). Je kan dan twee dingen doen:
1. doorgaan met waar je mee bezig bent en trachten dat zoveel mogelijk efficiënter te maken, of
2. de fundamentele vraag stellen of een distributiesysteem als IBL iets is wat onlosmakelijk aan de bibliotheek verbonden is.

Van oudsher staan bibliotheken voor het toegang bieden tot kennis en informatie. IBL is het antwoord op de vraag boeken als belangrijke informatiedragers bij gebruikers terecht te laten komen. Maar het monopolie van het boek als voornaamste vehikel voor kennisoverdracht begint stukje bij beetje af te kalven. Het internet en online informatievoorziening worden steeds belangrijker en komen in toenemende mate in het domein van de traditionele bibliotheekgebruiker. Daaraan doen bibliotheken zelf mee, bijvoorbeeld met het ebookplatform, maar commerciële aanbieders zingen meer dan een stevig deuntje mee (denk aan Spotify of Netflix, of het aangekondige ebookplatform van enkele grote uitgevers).

Tegelijkertijd is internet een platform voor andere distributievormen. Bij Bibliotheekservice Fryslân starten we binnenkort met een project rondom printing on demand. Deze ontwikkeling van het ter plekke printen van digitale objecten is in feite een andere manifestatie van IBL, zij het dat beperkingen rondom auteursrecht een 100% uitwisseling van titels nog deels in de weg staan. Internet biedt het gebruikers ook de mogelijkheid zelf in de huid van producent te kruipen. Dat uit zich in online markplaatsen voor fysiek gemaakte ambachtelijke producten (Etsy bijvoorbeeld), maar ook in webomgevingen waar digitale ontwerpen (al dan niet tegen betaling) beschikbaar worden gemaakt. Voorbeelden daarvan zijn Thingiverse of de website Instructables. Deze laatste twee zijn manifestaties van de maker movement, een beweging die is gebouwd op het fundament van digitale fabricage, gekoppeld aan een heilig geloof in de gedachte dat dit delen is gestoeld op open principes.

Het interessante aan de Thingiverse’s van deze wereld is dat distributie en maken/productie hand in hand gaan. Ook verdwijnt langzamerhand het onderscheid tussen gebruiker en maker, in die zin dat een gebruiker ook zelf producent kan worden. Geheel online is dat verschijnsel al veel langer zichtbaar, denk bijvoorbeeld aan Youtube, maar het interessante is dat het nu weer tastbaar wordt in het fysieke domein. Enerzijds door fysieke producten, anderzijds door de behoefte te leren van en samen te werken met mensen van vlees en bloed. En, heel belangrijk, om gebruik te kunnen maken van middelen om zelf te kunnen produceren, ook als je daar zelf de mogelijkheid niet toe hebt.

In dat laatste hebben bibliotheken altijd proberen te voorzien, natuurlijk met boeken, maar ook met computers en toegang tot het internet. Het begrip kennis maken is echter ook bij uitstek van toepassing op makerspaces/FabLabs. Het credo van ons project FryskLab luidt niet voor niets: Het kennis maken en delen van de toekomst. De rol die wij daarbij vanuit de bibliotheek innemen is die van facilitator, zowel op het vlak van fysieke mogelijkheden (machines, gereedschappen etc.),  maar we willen ook (samen met anderen) invulling geven aan scholing en ondersteuning.

In het geval van FryskLab voorzien we ook in onze eigen distributie van dat fysieke deel middels een bus, maar die keuze is het resultaat van een lokale afweging. Waar het om gaat is dat de bibliotheek haar gebruikers in staat stelt te kunnen maken en zo te kunnen bijdragen aan wat de bibliotheek biedt. Dat is een mooi bruggetje naar de veranderende rol van die gebruiker, dus morgen Bibliotheekwerk in transitie – 2. Van… Voor de gebruiker Naar… Door de gebruiker

Wil je ook je licht laten schijnen over Bibliotheekwerk in transitie? Voeg je bijdrage dan toe aan dit publieke Google Doc

 

Afbeelding: StockMonkeys.com via Compfight cc

Read More

Posted by on feb 14, 2014

Bibliotheekwerk in transitie: uitwerking in negen stappen

Bibliotheekwerk in transitie: uitwerking in negen stappen

Rob Bruijnzeels en ikzelf waren gisteren te gast bij Bibliotheek Groningen. De reden daarvoor was ons licht te laten schijnen over de functie van de bibliotheek in het momenteel in aanbouw zijnde Groninger Forum. Dit complex gaat ruimte bieden aan verschillende organisaties, waaronder, naast de bibliotheek, bijvoorbeeld ook een filmhuis en een debatcentrum.

We waren beide gevraagd, voorafgaand aan het gesprek met directie en een aantal medewerkers, ieder een korte presentatie te geven. Rob gebruikte in de zijne onder andere de slide die je hieronder ziet. Omdat ik de observaties erg prikkelend vind wil ik de komende dagen het rijtje afgaan. Op basis van hoe ik er tegenaan kijk en indien mogelijk het liefst gerelateerd aan mijn eigen ervaringen werk ik ze één voor één uit.

Morgen dus deel 1:
Bibliotheekwerk in transitie – Van… Distributie Naar… Kennis maken

En dat daarna iemand anders het stokje overneemt?

[update 27/2/2014: alle blogs staan hier]

2014-02-13 12.06.05

Read More

Pin It on Pinterest