Pages Menu
Categories Menu

Posted by on mrt 23, 2014

Bibliotheekwerk in transitie – 10. Van… zwijgen Naar… spreken

Bibliotheekwerk in transitie – 10. Van… zwijgen Naar… spreken

Het is niet raar dat ik tegen deze transitiepost het meest aanhik. Het is namelijk degene met de meest emotionele lading. De vraag is waar je de grens legt bij het bespreekbaar maken van gesignaleerde problemen als je ze ook van zeer dichtbij meemaakt. Ik merk dat ik nu ook al gelijk vlucht in algemeenheden, want de (overigens misplaatste) conclusie doelbewust het eigen nest te bevuilen is exact de grens die velen (waaronder ikzelf) niet willen overschrijden.

Geregeld krijg ik opmerkingen van collega’s in de trant van: “Goed dat je daarover geblogd hebt, ik zou het niet kunnen.” Dat is natuurlijk prima, ik vind het namelijk leuk om te doen, dat bloggen. En als ik me daarmee onderscheid van anderen doe ik voor mijn gevoel iets dat positief voor mezelf is. Ik tracht namelijk zoveel mogelijk te proberen beargumenteerd een punt te maken en een discussie op gang te brengen waar ik denk dat dat nodig is.

Veel zorgelijker vind ik echter opmerkingen in de trant van “Goed dat je daarover geblogd hebt, ik zou het niet durven.” Daaruit zou je de conclusie kunnen trekken dat men gewaarschuwd is zich vooral niet uit te spreken over bepaalde onderwerpen. Ikzelf ben nooit in die situatie geweest, misschien ook door bij twijfel over een te schrijven blogpost of te ondernemen actie eerst eens te polsen hoe collega’s daar tegenover zouden staan.

Bij het lanceren van de petitie die vooraf ging aan het starten met Open Bibliotheken ben ik eerst bij mijn voormalige directeur binnen gelopen. Hij had geen enkel probleem met mijn (en Edwin Mijnsbergen’s voornemen), waardoor ik me gesterkt voelde ermee aan de slag te gaan, niet gehinderd door mogelijke zorgen. Ergens heb ik echter het gevoel dat sommige collega’s die zich heus wel zouden willen uitspreken zich laten hinderen door zelfgetrokken conclusies dat het mogelijk problemen zou opleveren. Ikzelf heb dat in ieder geval nog nóóit meegemaakt. Het voorbeeld vooraf te checken zoals bij Open Bibliotheken is een grote uitzondering.

Ik ben ervan overtuigd dat alles staat of valt met drie factoren:

1. je schrijft zoveel mogelijk genuanceerd en beargumenteerd;
2. je laat, door regelmatig te schrijven, zien dat je het meent;
3. je laat ook zien of horen wanneer je positieve en leuke kanten signaleert

Ik hoop daarom van harte dat er naast Edwin, Joost, Fabiola, Jeanine, Ton (en vast nog een aantal anderen, maar het is en blijft een ontluisterend kort lijstje) meer collega’s zijn die zich gaan uitspreken over het vak. Niet door slechts te bashen of te zuurpruimen, maar door eerlijk zorg te uiten, aan te geven wat beter kan of door gewoonweg uit te lichten wat er al goed gaat en een (extra) schijnwerper verdient. Sterker nog: de transitie van het bibliotheekwerk heeft (nieuwe) inzichten en daarmee een verse lading bibliobloggers nodig.

Afbeelding: lastonein via Compfight cc

Read More

Posted by on feb 23, 2014

Bibliotheekwerk in transitie – 9. Van… Centraliseren Naar… Differentiëren

Bibliotheekwerk in transitie – 9. Van… Centraliseren Naar… Differentiëren

David Lankes pakt de essentie van het belang te differentiëren in één tweet. Enkele dagen gelden stelde hij:

Gebruikers die tezamen de collectie van de bibliotheek vormen. Het pleit voor een doelgerichte aanpak, eentje die gemakkelijker lijkt te passen bij kleinere bibliotheekvestigingen. Keer op keer blijkt dat de grootste en meest betrokken acties wanneer een bibliotheek dreigt te sluiten daar voorkomen waar de gebruikers dicht op de voorziening staan.

Het is jammer dat lokale overheden slechts dan (soms) overstag gaan en een opheffingsbesluit terugdraaien. Is het dan zo dat het niet duidelijk genoeg is dat van sluiting überhaupt geen sprake mag zijn en laten bibliotheken zelf ook steken vallen? Het is denk ik in ieder geval zo dat eenvormigheid van (de uitstraling en collecties) bibliotheken ver af staat van de filosofie van Lankes.

Dat de gemeenschap de collectie vormt betekent namelijk dat geen enkele bibliotheek dezelfde is. Tenminste: als het niet alleen om lezen gaat. Wanneer bibliotheken blijven vasthouden aan optimaal renderende collecties in de traditionele zin (hoe meer uitleningen, hoe beter) is het eenvormigheid troef. Populaire titels zijn niet voor niets populair, maar het is de vraag of dát de functie van de bibliotheek is. Maar als het algemene uitgangspunt is dat bibliotheken ook moeten kunnen voldoen aan de vraag naar populaire titels ben ik een voorstander van één of enkele centrale depots in plaats van eenvormigheid over de gehele linie.

De directeur van Bibliotheek Leeuwarden stelde dit weekend in de Leeuwarder Courant dat hij signaleert dat de Bruna-bibliotheek landelijk oprukt:

“een vestiging die wel alle bekende thrillers heeft, maar die nauwelijks nog boeken uit minder populaire categorieën bezit.”

Aangezien retail ook in Friese bibliotheken hand over hand toeneemt zou ik dat zien als een uitdaging. Laten we de eigenheid van Friese biebs alstublieft niet over aan de Hanneke Kunst’s van deze wereld. Zij ziet het als volgt:

“Het is een misvatting dat vanuit de retailgedachte bibliotheken ernaar moeten streven 100% uniform te zijn. Dat is bij winkels ook niet het geval. Bij Albert Heijn is 70% van het aanbod hetzelfde maar de overige 30% is afgestemd op de lokale bevolking. Bibliotheken moeten die eigenheid wel zelf aandragen. In Friesland kan dat bijvoorbeeld bestaan uit een welkomstbord in het Fries.”

Destijds plaatste ik een tweet over het Friese welkomstbord en het hoongelach van Friese volgers was Kunst’s deel. Wát een minachting van het begrip lokale eigenheid, maar vooral minachting van de bibliotheek. Gelukkig hoeft de toekomst van bibliotheken niet af te hangen van externe deskundigen als Kunst en staan directies en medewerkers nog steeds het meest voor hun vestiging of cluster. Voor al die oprecht betrokkenen heeft Lankes zijn boek Expect More als gratis download beschikbaar gesteld. Dat bibliotheken deze vervelende tijden maar mogen aangrijpen om lokale eigenheid tot hoofdopdracht te maken en dat (lokale) overheden dat ondersteunen.

Wil je ook je licht laten schijnen over Bibliotheekwerk in transitie? Voeg je bijdrage dan toe aan dit publieke Google Doc

Read More

Posted by on feb 22, 2014

Bibliotheekwerk in transitie – 8. Van… Passief Naar… Creatief

Bibliotheekwerk in transitie – 8. Van… Passief Naar… Creatief

Creatief zijn en lef tonen: een garantie voor succes is het niet, maar wel een sterke basis om vanuit te starten. Ik kan er niets aan doen, maar ook geleid door de actualiteit haal ik weer een initiatief van Brewster Kahle aan. Vanmorgen in mijn twitterstream:

https://twitter.com/EricHennekam/status/437153784318668800

 

Kahle zag enkele jaren terug met lede ogen aan dat bibliotheken maar moeizaam toegang kregen tot ebooks. Met zijn eigen Internet Archive in de achterzak bedacht hij een manier om leescontent daarvan speciaal voor bibliotheken toegankelijk te maken. Dat werd Open Library. De collectie bestaat allang niet meer alleen uit boeken uit het publieke domein. Door het succes ervan is Kahle ook in staat goede afspraken te maken met commerciële uitgevers.

Elke bibliotheek die dat wil kan de collectie, desgewenst via eigen publiekscatalogus, aanbieden. De enige voorwaarde om mee te doen is het doneren van minimaal één titel aan de collectie. Ik spreek uit eigen ervaring dat dat een eitje is. Onbegrijpelijk dus dat de bibliotheek in Leeuwarden nog steeds de enige Nederlandse bieb is die er gebruik van maakt. Of er ook nagedacht wordt over een koppeling tussen Open Library en de Nationale Bibliotheek Catalogus is mij onbekend, maar het lijkt mij een prachtige mogelijkheid om het aanbod aan ebooks substantieel uit te breiden. Is het echt creatief? Nee, dat niet, maar het gaat wel om het pakken van een kans.

Eveneens vanmorgen las ik een bijdrage van een Onafhankelijk Horeca & Hospitality-adviseur op het blog van Joost Heessels. In De toekomst van de bieb spreekt hij over de kans voor bibliotheken om een “creatief alternatief voor het ontwijken van verveling te zijn“. Het begrip creatief wordt vervolgens uitgewerkt in een hele trits oplossingen die in veel gevallen reeds gemeengoed zijn: goede wifi, lekkere koffie en thee, toegang tot (e)content, ontmoetingsplek en betaalgemak. Het creatieve deel hiervan is mij dus onduidelijk. De bijdrage eindigt met deze paragraaf:

Toegang, gezamenlijk “eigenaarschap”, on demand, creatief, gevoel, ontspanning, ontmoeting, flexibel, gemak, waarde. Zomaar een paar kernwoorden die aangeven dat de bieb van de toekomst niet iets koud collectiefs van de overheid moet zijn met uitgeklede basisfaciliteiten, maar juist van voor en door mensen zelf. Waarmee de waarde bepaald wordt door de waarde die ze weet toe te voegen aan haar gebruikers en haar morele eigenaars.

Juist in die laatste zin schuilt natuurlijk de uitdaging. Ik begin echter zo langzamerhand op het punt te komen om het feit dat bibliotheek in de hoek zit waar de klappen vallen te wijten aan de wijze waarop we ons verhaal vertellen.

https://twitter.com/francienvb/status/436522911772721152

Het feit dat ‘onze’ VOB haar adresboekje op Twitter loslaat om BN-ers te vragen een manifest te ondertekenen is een absoluut zwaktebod vergeleken met de echte gebruiker die zich bezorgt uit om het sluiten van een wijkvestiging (lees haar ingeschreven brief hier). Wat wordt de creatieve slag van bibliotheken om deze oprechte betrokkenheid te kanaliseren in één krachtig signaal?

Morgen:

Bibliotheekwerk in transitie – 9. Van… Centraliseren Naar… Differentiëren

Wil je ook je licht laten schijnen over Bibliotheekwerk in transitie? Voeg je bijdrage dan toe aan dit publieke Google Doc

 

Afbeelding: Domiriel via Compfight cc

Read More

Posted by on feb 21, 2014

Bibliotheekwerk in transitie – 7. Van… Meningen Naar… Argumenten

Bibliotheekwerk in transitie – 7. Van… Meningen Naar… Argumenten

Achter alles wat we met elkaar delen staat een mens van vlees en bloed. Kijkend naar het internet is er, omdat het terecht wordt gezien als een onuitputtelijke bron van kennis en informatie, een tijd lang gesproken over de grootst denkbare bibliotheek. Zo eenvoudig ligt het echter niet.

Eli Pariser toonde met zijn filter bubbles aan dat de rol van commerciële partijen bepalend kan zijn voor wat het web je aan informatie biedt. Voor een deel kunnen we dit oplossen, maar als gebruiker wordt je in een reactieve positie gemanouvreerd: we gaan op zoek naar technologie die het zoekproces onafhankelijker maakt en moeten maar hopen dat het daarmee goed komt. De onafhankelijkheid die bibliotheken nastreven wordt in feite tegengewerkt door de meest gangbare zoekmachines en sociale netwerken.

Het gemak van het elkaar online kunnen vinden faciliteert het uitwisselen van feiten en meningen. Gebruikers zelf zijn er daardoor echter ook voor een groot deel debet aan dat het web niet functioneert zoals het idealiter zou moeten. Het is namelijk heel menselijk dat we eerder in gesprek gaan met een gelijkgestemde dan met iemand die ver van je af staat.

David Weinberger gaat in zijn boek Too Big To Know in op dit verschijnsel en betitelt de omgeving waarin gelijkgestemden elkaar opzoeken als echo chambers: iets waarmee we het eens zijn horen we het liefst zo vaak mogelijk, want niets is prettiger dan zelfbevestiging. In echo chambers schuilt volgens Weinberger een potentieel gevaar (al stelt hij ook dat het verschijnsel zo nieuw is dat we pas over enige tijd de consequenties ervan kunnen ervaren):

If the Net is creating more echo chambers, the biggest loser will be democracy, for the citizenry will be polarized and thus be less able to come to agreement, and to compromise when it cannot.

4301281196_508c52a617_o

Afbeelding: Bobbi Newman via Compfight cc

 

Weinberger ziet het daarom als een uitdaging voor bibliotheken om zich te manifesteren binnen sociale netwerken en het web in het algemeen en bij te dragen aan nuancering. Een prachtige manifestatie van een manier waarop dat kan vind ik TV News van het Internet Archive. TV News werd opgezet ten tijde van de vorige Amerikaanse presidentsverkiezingen en fungeerde als een fact-checking tool. Middels deze omvangrijke en diverse databron (ruim 540.000 op trefwoorden doorzoekbare televisieuitzendingen) kregen gebruikers een instrument aangereikt om hun gedachten te vormen en meningen gefundeerd aan te scherpen.

Met het aanbieden van een tool als TV News faciliteert de bibliotheek het voeren van feitelijke discussies en beantwoordt het precies aan de kernwaarde van onafhankelijke partner in het democratische proces. Het zou daarom mijn grote wens zijn dat bibliotheken in Nederland gebruik zouden kunnen maken van de omroeparchieven (in ieder geval de publiek, maar waarom ook niet de commerciële) om zoiets ook in Nederland te kunnen realiseren. Lokale fysieke bibliotheken zouden zo’n databron vervolgens kunnen inzetten als voeding van- én controleinstrument bij de debatfunctie.

 

Bibliotheekwerk in transitie – 8. Van… Passief Naar… Creatief

Wil je ook je licht laten schijnen over Bibliotheekwerk in transitie? Voeg je bijdrage dan toe aan dit publieke Google Doc

 

Afbeelding: Eric.Parker via Compfight cc

Read More

Posted by on feb 20, 2014

Bibliotheekwerk in transitie – 6. Van… Antwoorden geven Naar… Vragen stellen

Bibliotheekwerk in transitie – 6. Van… Antwoorden geven Naar… Vragen stellen

Eén van de managers van de bibliotheek in Leeuwarden was altijd heel stellig op de bewering dat de bibliotheek de antwoorden op alle vragen heeft: “denk je nou echt dat wij vragen over kernfysica kunnen beantwoorden?” Nee, natuurlijk niet. En iedereen zal erkennen dat dat geheel legitiem is. Bij het proberen te vinden van antwoorden kunnen we echter een krachtig instrument inzetten: zelf de vragen stellen.

In december 2010 schreef ik een blogpost over een praktijksituatie die precies daarover ging. Een bezoeker van de muziekbibliotheek in Leeuwarden was op zoek naar een cd met Hammondorgelmuziek ‘die lekker in het gehoor lag‘. Dankzij de vraag die ik in mijn Twitternetwerk uitzette kon de klant een tijdje later tevreden naar huis. Dankzij goede antwoorden op mijn vraag en vervolgens een aantal matches in de aanwezige muziekcollectie slaagde de missie. Een vraag stellen om antwoord te kunnen geven werkte goed uit.

Sociale media en het web in het algemeen zijn natuurlijk een fantastisch medium om vragen aan te stellen. Eli Pariser heeft ons met zijn verhaal over de filter bubble echter ingewreven dat het internet allesbehalve onafhankelijk en onbevoordeeld is. Dat betekent dat de antwoorden die we op onze zoekvragen krijgen persoonlijk getint zijn als we daarvoor instrumenten met persoonsprofielen gebruiken. Gelukkig zijn er mogelijkheden om dat te omzeilen, maar volgens mij worden die niet of nauwelijks toegepast in de beroepspraktijk.

Een vraag stellen kan misschien voelen als een tekortkoming. Wij geven toch de antwoorden? In het licht van alle eigentijdse sociale en technologische veranderingen is het echter belangrijk om te weten hoe we ons als bibliotheek moeten manifesteren. Niet voor niets wordt in het vaardighedenoverzicht dat ik gisteren aanhaalde het begrip civic literacy aangehaald. Ik vertaal het maar als maatschappelijke geletterdheid: kennis van politiek(e) (verhoudingen) en de uitwerking die besluitvorming heeft op grote en kleine schaal. Het verslag van het seminar ‘De gemeente staat in de fik’; hoe kan de bibliotheek helpen? vond ik daarvan een mooi voorbeeld.

Ons project FryskLab is een aaneenrijging van het stellen van vragen, zowel aan onszelf als aan anderen:
Wat zien we om ons heen gebeuren?
Welke rol kunnen we daarin spelen?
Welke consequenties heeft dat?
Wie doen er met ons mee?

En de allerbelangrijktste:

Doen we het goed?

De antwoorden verzamelen we gaandeweg het proces, omdat we de antwoorden op de eerste twee vragen (wat zien we gebeuren en welke rol kunnen we daarin spelen) zelf konden geven. Het interessante is nu dat we, een jaar na het stellen van de eerste vraag, degene zijn aan wie ook weer vragen gesteld worden. Die dynamiek is enerverend en toont aan dat we als organisatie in transitie zijn, een erg prettig besef.

Morgen:
Bibliotheekwerk in transitie – 7. Van… Meningen Naar… Argumenten

Wil je ook je licht laten schijnen over Bibliotheekwerk in transitie? Voeg je bijdrage dan toe aan dit publieke Google Doc

 

Afbeelding: Siebuhr via Compfight cc

Read More

Posted by on feb 19, 2014

Bibliotheekwerk in transitie – 5. Van… Ordening Naar… Context

Bibliotheekwerk in transitie – 5. Van… Ordening Naar… Context

Eigenlijk alle bibliotheken bestaan nog grotendeels uit ruimtes met boekenkasten. Om het gebruikers, maar zeker ook medewerkers van een bibliotheek gemakkelijk te maken objecten te vinden wordt gebruik egemaakt van het zogenaamde SISO-systeem. In Nederland wordt deze auteursrechtelijk beschermde systematiek beheerd door NBD-Biblion en dit jaar komt het digitaal beschikbaar. Ja, u leest het goed: tot op heden is het alleen in te zien als een losbladig fysiek document en mag het niet zonder toestemming worden aangepast. Veranderingen, bijvoorbeeld omdat maatschappelijke ontwikkelingen daarom vragen, worden landelijk uitgerold.

Behalve de moeizame aanpasbaarheid van het systeem is er meer kritiek op SISO en met de hausse van retailbibliotheken zal dat naar verwachting alleen maar toenemen. Het is dus de vraag hoe houdbaar het streven naar ordening überhaupt nog is, want de rigiditeit van het kwalificatiesysteem en de wens gebruikers “met goedgevulde tassen” de bieb te zien verlaten is groot. Voorgaande quote is overigens afkomstig van retailvoorvechtster Hanneke Kunst die de kwaliteit van een bibliotheek afmeet aan het aantal uitleningen. “Een tevreden klant is een lenende klant” zou zo maar haar credo kunnen zijn.

Het loslaten van ordening (niet in het systeem, maar wel ‘op de vloer’) leidt ontegenzeggelijk tot stijging van de uitleningen, zij het dat het bijna altijd een tijdelijke is. Deze kortstondige en lokale successen verhullen dus niet dat de landelijke tendens van het aantal uitleningen dalend is. Dat tij is niet meer te keren en biedt daarmee ruimte om ons weer te richten op onze kerntaak: het spreiden van kennis en informatie om daarmee de gebruiker volwaardig te laten participeren in de maatschappij.

Gelukkig schuilt de toekomst van bibliotheken niet in een keuze tussen oplossingen inzake de rigiditeit van SISO of keuze voor de ‘flexibele’ retailbieb. Het contextualiseren van kennis en informatie is daarentegen wél één van de kapstokken waaraan de kernfunctie opgehangen kan worden. Dat proces werkt wat mij betreft twee kanten op:

1. het bieden van context omtrent maatschappelijke ontwikkelingen (zowel reactief als proactief) en daaruit voortkomende vragen kunnen beantwoorden.
2. het bieden van context vanuit de aanwezige collectie.

Beide maken voor de volle 100% gebruik van de vaardigheden van de informatieprofessional en zelfs meer dan dat: om aan deze contextualiseringstaak te kunnen voldoen zijn nieuwe competenties nodig. Deze vaardigheden van de 21e eeuw worden vooral toegepast voor onderwijsvernieuwing, maar zijn door het Amerikaanse Institute of Museum and Library Services ook toegespitst op informatieprofessionals. Werk aan de winkel, want de competentielijst is imposant. Om goed te kunnen contextualiseren zijn bijvoorbeeld vergaande vaardigheden op het gebied van media- en technologiewijsheid nodig. Daarnaast is het noodzakelijk goed te kunnen anticiperen en reageren op bredere maatschappelijke ontwikkelingen en deze in een lokale context te kunnen inpassen. Dat vraagt ook om (cultureel) ondernemerschap en het kunnen aangaan van samenwerking met externe partners.

Kijkend naar contextualisering van de eigen collectie grijp ik graag terug op een aantal eerdere blogposts die ik daarover schreef, met name De bibliotheek vormt de context (mei 2010 alweer, wat vliegt de tijd). Wanneer steeds meer informatie eenvoudiger beschikbaar komt ligt het onderscheidend vermogen van de bibliotheek niet in het bieden van toegang tot die (digitale) content, maar gaat het om het creëren van toegevoegde waarde. Contextualiseren, zij het verweven in technologie, via een bibliothecaris van vlees en bloed, of door het specifieke gebruik van een gebouw, wordt daarmee het unique selling point van de bibliotheek.

Gelukkig maakt contextualisering deel uit van de nieuwe bibliotheekvisie zoals die is opgesteld door SIOB. De conclusie van het rapport Verkenning contextualisering luidt:

Uit de gesprekken gevoerd met partijen binnen en buiten het bibliotheekveld blijkt dat men vindt dat bibliotheken de krachten moeten bundelen en hun unieke infrastructuur moeten benutten om hun klanten op maat te bedienen. Bibliotheken kunnen hun imago van betrouwbaar, degelijk en onafhankelijk maximaal benutten. Bovendien werd duidelijk dat verschillende partijen van buiten de bibliotheekwereld graag bereid zijn tot samenwerking, als wordt uitgegaan van ieders expertise en er een klimaat van gelijkwaardigheid wordt gecreëerd.

Applaus!, zij het dat het begrip contextualisering in het rapport wel een heel stevige technologische inslag heeft. Gelukkig wordt ook onderkend dat medewerkers een rol in het proces hebben, maar dat daarvoor opleiding noodzakelijk is. Om mee te kunnen gaan in de maatschappij van nu en straks is dat echter sowieso een vereiste.

Morgen:
Bibliotheekwerk in transitie – 5. Van… Antwoorden geven Naar… Vragen stellen

Wil je ook je licht laten schijnen over Bibliotheekwerk in transitie? Voeg je bijdrage dan toe aan dit publieke Google Doc

 

Afbeelding: Context Travel via Compfight cc

Read More

Pin It on Pinterest