Pages Menu
Categories Menu

Posted by on dec 11, 2021

“Tikkie, jij bent af”: het verbodsprincipe van een digitaal rijbewijs of zwemdiploma

“Tikkie, jij bent af”: het verbodsprincipe van een digitaal rijbewijs of zwemdiploma

Breng die jongeman maar even hier“. Dat was de strenge boodschap die Heini ter Veen, de hoofdbadmeester van het zwembad waar ik zwemles had, aan mijn moeder gaf. Zij stond inmiddels voor het tweede seizoen bij het pierenbad waar ik leeftijdsgenoten één voor één naar het diepe zag gaan, maar ik niet mocht. Mijn rechterbeen zwabberde een beetje bij de schoolslag en volgens de jonge badmeester aldaar was dat voldoende om me daar te houden. Ik had geen idee wat ik fout deed, maar ja, als de badmeester het zegt.

Moederlief was er natuurlijk helemaal klaar mee, want ’s morgens vroeg blauwbekken bij het buitenbad was natuurlijk geen lolletje. Dat moet Ter Veen opgemerkt hebben: “Breng die jongeman maar even hier“. ‘Hier’ was het diepe bad. Ik denk dat m’n moeder zou denken dat ik verzoop, toen hij me, met de zwemhaak in de aanslag, opdroeg erin te springen. Dat ik vervolgens in no-time twee diploma’s op m’n zwembroek kon laten naaien zei alles over de daadkracht en persoonsgerichtheid van Ter Veen en niets over een zwabberbeen, waardoor ik volgens de letter van de zwemwet m’n hoofd niet boven water zou kunnen houden.

Van digitaalvaardig naar digitaalwaardig

Het principe van een zwemdiploma of rijbewijs doet ook haar opgang als het gaat om om het aantonen van digitale vaardigheden. Er is bijvoorbeeld al enkele jaren een Europees Computer Rijbewijs. Meer actueel is bijvoorbeeld een digitaal rijbewijs van de Gemeente Groningen en er wordt ook nagedacht over een nationaal cyberrijbewijs om jongeren te wapenen tegen cybercriminaliteit. Wat me echter verbaast, of sterker nog, zorgen baart, is het verbodsprincipe dat hangt aan zwemdiploma’s en rijbewijzen. Wanneer je zo’n bewijs niet bezit heb je geen recht om te zwemmen of auto te rijden. In die werelden ben je af. Willen we dat ook voor het betreden van het digitale domein? Dat roept namelijk levensgrote vragen op, bijvoorbeeld hoe je dat kunt handhaven. Of wie zo’n diploma zou moeten halen. En om welke vaardigheden het dan gaat. En wie dat bepaalt. En hoe je een voortdurende toetsing kunt nastreven om te blijven controleren of men wel meekomt in de complexe en dynamische digitaliserende samenleving. Zeker voor doelgroepen die basale hulp nodig hebben, omdat ze anders letterlijk en figuurlijk buitengesloten raken en het kan leiden tot grote problemen, is juist het wégnemen van drempels van belang.

Renze Tjoelker en ik schreven betoogden al eerder dat het nastreven van een systeem met bewijzen en diploma’s, vanwege het opwerpen van drempels, niet de juiste manier is. Digitaliseringsvraagstukken zijn daarnaast te divers en te veranderlijk om in een statisch bewijs te vangen. Eén en ander betekent allerminst dat je niets kan doen om bijvoorbeeld burgers die moeite hebben met digitalisering te helpen. Aan het opnemen van digitale geletterdheid in het onderwijs wordt gelukkig, zij het veel te laat en veel te langzaam, gewerkt. Maar is het een gekke gedachte dat de ambitie om gelijk van de kelder op zolder te willen springen (lees: het nastreven van volledig uitgewerkte doorgaande leerlijnen die worden uitgestort over overwerkte leerkrachten, in plaats van klein te beginnen, startend met expertisebevordering bij leerkrachten en doelgerichte en actuele lessen voor leerlingen) daar misschien mede de oorzaak van is? En klopt de insteek op primair digitale vaardigheden wel? Renze Tjoelker geeft terecht aan dat juist ook de aandacht voor morele vraagstukken rondom digitalisering belangrijk is. Je hebt het dan feitelijk over digitaal burgerschap en het opleiden van, zoals hij stelt, digitaalwaardige burgers.

Waarderen in plaats van beoordelen

Een doelgerichte en individuele aanpak, zoals hulp bij de IDO’s in bibliotheken, is een goed voorbeeld van hoe het ook kan. Het mooie daarvan is juist dat het een inclusieve en drempelloze benadering is. Heb je hulp nodig dan ben je welkom en word je geholpen. Daar is helemaal geen digitaal zwemdiploma voor nodig. Sterker nog: juist het ontbreken van zo’n toegangsbewijs is de kracht ervan. Wil je vervolgens nog wat extra’s leren? Dan ben je ook van harte welkom. Het faciliteren van de dialoog met scholieren en studenten heeft ook effect. Zo ervoeren Renze en ik, als onderdeel van het project What The Future Wants, persoonlijk hoe MBO-studenten zeer goed in staat bleken om de gevolgen van technologie en digitalisering, en hun eigen rol en verantwoordelijkheid daarin, met elkaar te bespreken en vervolgens ook tot persoonlijke wensen voor de toekomst te komen.

Het vatten van die leerervaringen in een blijk van waardering zou natuurlijk prachtig zijn. Voor de ontvanger is het een ‘bewijs’ van datgene wat geleerd is. Voor de uitgever ervan toont het aan dat het aanbod relevant en gewenst is. Dit is echter ook mogelijk zonder het optuigen van een algemeen begrippen- en beoordelingskader dat nodig is om iets als een diploma of rijbewijs op te kunnen baseren. Laten we daarom alstublieft afscheid nemen van die metafoor. Die houdt namelijk de gedachte in stand dat digitaliseringsvraagstukken daarmee eenvoudig opgelost zouden kunnen worden en kleineert de uitdaging waarvoor we staan.


Photo by Jeswin Thomas from Pexels

Read More

Posted by on dec 2, 2021

Een nieuwe stap: programmaleider digitaal burgerschap bij ROC Friese Poort

Een nieuwe stap: programmaleider digitaal burgerschap bij ROC Friese Poort

Vanaf 1 januari 2021 ga ik, naast mijn prachtbaan als adviseur innovatie bij Fers, op detacheringsbasis twee dagen per week aan de slag bij ROC Friese Poort als programmaleider digitaal burgerschap. Samen met een team van Friese Poortcollega’s wordt binnen het programma gewerkt aan de doorvertaling van het door Friese Poort ontwikkelde digitaal moreel kompas naar tastbare activiteiten en inzet van bestaande en nieuw te ontwikkelen interventies. Het programma heeft een interne en externe component. 

Intern

Intern bij Friese Poort wordt hierbij de samenwerking gezocht met het practoraat brede vorming. Daarbij staan bewustwording, expertiseontwikkeling en het (door)ontwikkelen van lesmateriaal en/of stimuleren van gebruik producten van Fers (denk aan Data Detox of De Waardenzegger), of van andere ontwikkelaars voorop. Begeleiding hoe deze inzetbaar zijn in de onderwijssituatie zijn daarbij cruciaal. Als voorbeeld kan daarvoor ook het project rondom het bevorderen van digitale weerbaarheid jongeren in Noord Nederland gebruikt worden. Daarin werken de noordelijke MBO’s, Fers, Biblionet Groningen, Stichting Cybersafety Noord Nederland en Amaryllis sinds vorig jaar samen om bij te dragen aan de digitale weerbaarheid van jongeren.

Extern

Het externe aspect van de opdracht is het bevorderen van de samenwerking tussen ROC’s en openbare bibliotheken, zowel op Friese als op landelijke schaal. Hierbij staat ook de samenwerking tussen de landelijke kernteam van de programmalijn digitaal burgerschap van bibliotheken en de landelijke werkgroep digitaal burgerschap van MBO’s op de agenda. Omdat ik zitting heb in beide fungeer ik als verbinder, waarmee een eerste concrete stap gezet werd tijdens het symposium digitaal burgerschap dat Fers, dbieb, RUG/Campus Fryslân en de programmalijn digitaal burgerschap in oktober dit jaar in Leeuwarden organiseerde en waarbij beide werkgroepen bij elkaar aan tafel zaten.

Samenwerking in Friesland

De detachering is ook te zien als een vervolg van de samenwerking tussen Fers en Friese Poort binnen het practoraat digitale weerbaarheid. Samen met Renze Tjoelker werkte ik nauw samen binnen het aantal projecten voor MBO-studenten. Met het vertrek van Renze naar Saxion Hogeschool ben ik blij dat ik dit waardevolle werk kan voortzetten, gebaseerd op de door Friese Poort en Fers gedeelde visie op digitaal burgerschap, waarbij de mensgerichte benadering vooropstaat.


Photo by Wendelin Jacober from Pexels

Read More

Posted by on okt 29, 2021

Waarom een digitaal zwemdiploma niet de oplossing is

Waarom een digitaal zwemdiploma niet de oplossing is

Renze Tjoelker en ik lazen het blog Een‘ digitaal zwemdiploma’ voor iedere burger van Peter van Eijk. Hieronder onze reactie op Peter’s pleidooi dat elke Nederlandse burger een diploma moet halen dat staat voor behaalde digitale vaardigheden. Hiermee moeten zij in staat zijn om mee te blijven doen in een veranderende samenleving.


Kunnen zwemmen kan je leven redden. Het behalen van een zwemdiploma is daarmee onomstreden. De lineaire vaardigheid van zwemmen past hierin ook goed. Eenmaal aangeleerd verleer je het niet. Maar laat het aanleren van digitale vaardigheden, niet voor niets beschreven in meervoudsvorm (The Essential Elements of Digital Literacies van Doug Belshaw), nou juist niet lineair zijn. Die zijn namelijk veelkleurig, maar, veel belangrijker en daarmee ook onnoemlijk veel complexer: uitermate veranderlijk. Dat we deze toch proberen te vangen in een diploma past binnen onze cultuur van kwalificeren. In het informele leerspeelveeld van bibliotheken moeten we het echter veel eerder hebben over waarderen. 

Daarvoor is een uitstekend vehikel beschikbaar via open badges, de systematiek om via microcredentials aan iemand persoonlijk een kwaliteit of waardering te kunnen toedichten. Het mooie is dan dat je daarin ook de soft skills kunnen meenemen, in plaats van alleen te focussen op de harde vaardigheden, veel te vaak gericht op knoppenkunde én tijdsgebonden. De veelkleurigheid van digitale vaardigheden vraagt daar namelijk om. Want wat doe je in een voortdurend veranderende digitale leefwereld? Iemand moet dan elk jaar weer opnieuw digitaal afzwemmen. 

We betwijfelen daarom of het invoeren van een diploma zal helpen. Veel burgers kunnen, digitaal gezien nauwelijks het hoofd boven water houden en dan moeten ze ook nog een diploma halen? We zijn bang dat voor veel burgers de drempel om te participeren in een digitale samenleving alleen maar wordt verhoogd. Een ander nadeel van een diploma, en dat zal iedereen herkennen, is dat je na behalen achterover leunt.

Dat betekent overigens niet dat er geen digitale basisvaardigheden nodig zijn om niet te verdrinken. Die aanpak vraagt echter om persoonlijke begeleiding en aandacht en daarin spelen bibliotheken een belangrijke rol. De inzet van open badges is dan een uitstekende manier om de waardering voor wat iemand geleerd heeft over te dragen, zeker ook in de bibliotheek

We begrijpen de positieve intentie van Peter, maar laten we digitale participatie alstublieft zo toegankelijk mogelijk houden. De realiteit dat mensen thuisblijven, omdat bijvoorbeeld de drempels voor het gebruik van de OV-chipkaart te hoog zijn, illustreert dat een extra diploma daarbovenop het alleen nog maar lastiger maakt. Wat ons betreft gaat er daarom nog veel meer subsidie naar alle publieke voorzieningen zoals de bibliotheek voor laagdrempelige en kosteloze ondersteuning. Niet alleen voor hulp bij de nu urgente QR-code, maar bijvoorbeeld ook bij twijfel over phishing of andere vormen van digitale criminaliteit. Dat laatste om de complexiteit van het onderwerp nog maar eens te benadrukken.


Afbeelding: Vecteezy

Read More

Posted by on sep 9, 2021

[The remix of] Everything Is A Remix

[The remix of] Everything Is A Remix

In de periode 2010-2012 maakte Kirby Ferguson de prachtige vierdelige serie Everything Is A Remix. In deze reeks video’s legde hij bloot hoezeer in de muziekwereld gebruikgemaakt wordt van kopieer- en samplingtechnieken en dat dit een genreoverstijgend verschijnsel is. Nu, bijna tien jaar later, zijn besloot Ferguson zijn reeks van een update te voorzien. De eerste video is onlangs verschenen en daarin is de actualisering al goed zichtbaar, met onder andere aandacht voor muzikale uitspattingen op TikTok. Onveranderd is de aantrekkelijke manier waarop Ferguson het onderwerp verbeeldt en het belang van cultureel hergebruik neerzet.

Read More

Posted by on sep 6, 2021

Giro di KiKa 2021: klimmen in de Dolomieten voor kankeronderzoek

Giro di KiKa 2021: klimmen in de Dolomieten voor kankeronderzoek

Na mijn deelname aan Giro di KiKa in 2018 nam ik mezelf voor om dat zeker nóg een keer te doen. De enige voorwaarde voor mezelf was dat er sprake moest zijn van een nieuwe route. Niet omdat Toscane niet mooi was (integendeel!), maar vooral om in een nieuwe omgeving op de pedalen te kunnen staan. Het bericht dat dit prachtevenement in 2020 in de Dolomieten zou plaatsvinden was daarom dé uitnodiging om weer deel te nemen.

Vanwege corona werd het weliswaar uitgesteld, maar afgelopen week vertoefde ik daadwerkelijk in Italië. Na precies een jaar systematisch trainen met de Zweedse coach Joachim Cronquist (TOT Endurance) was ik daar ook wel aan toe. In die zin was mijn deelname aan het evenement ook een test om te kijken wat het effect van een persoonlijk en datagedreven trainingsprogramma zou zijn. Zou ik beter kunnen fietsen dan ooit tevoren?

Evenals in 2018 trok ik op met Dennis de Vries en Mark Putters, twee fietsvrienden uit Noord Holland. Wij vinden elkaar in hard fietsen, veel lol hebben en ultiem kunnen nerden over wattages, bergverzetten en stijgingspercentages.

De eerste vier etappes vonden plaats rondom de start- en finishlocatie Bellamonte. Van daaruit werd onder andere de befaamde Sella Ronda gefietst, een prachtige route over vier bergen: Passo Pordoi, Passo Campolongo, Passo Sella en Passo Gardena. Wielrennen in een omgeving met zoveel natuurgeweld dat het een werelderfgoedstatus heeft, wie wil dat nou niet? Ook de andere drie dagen stonden bol van het klimwerk, met onder andere de uitdagende eerste-categorieklimmem Passo Fedaia en Passo Manghen.

Na een reisdag naar het alpendorp Bormio volgde de slotetappe en zwaarste rit: de Giro di KiKa Epico (150 kilometer en 4400 hoogtemeters). Deze ultieme wieleruitdaging voerde over de beroemde Passo del Mortirolo, Passo Gavia en als uitsmijter de Stelviopas. Voor mij allemaal nieuwe bergen, maar een zeer aangename kennismaking, want ze bedwingen ging uitstekend. De laatste afdaling vanaf de koude top van de Stelvio naar de warme finishlocatie was daarmee een heerlijk moment.

En fietste ik beter dan ooit tevoren? Ik durf te zeggen van wel. Na een eerste wat mindere etappe (ik moest denk ik wennen aan de hoogte) ging het elke dag beter. Ik trapte de wattages die ik graag wilde trappen, zonder tegen een muur aan te lopen. In die wetenschap had ik er ook plezier in om er aan het eind van langere klimmen nog een schepje bovenop te doen.

Evenals vorige jaren werden ook nu weer prachtige dagfilms gemaakt, waarin de reden waarom we fietsen voor kankeronderzoek uitmuntend wordt gecombineerd met beelden van de dag.

Uiteindelijk werd er door alle deelnemers een prachtbedrag van ruim een miljoen euro bij elkaar gefietst. Deze opbrengst gaat geheel naar Stichting KiKa. Voor iedereen die het mogelijk maakte dat ook ik daaraan een bijdrage kon leveren: heel erg bedankt!

Nu maar eens bedenken wat de volgende uitdaging gaat zijn.

Read More

Pin It on Pinterest