Gelezen: Menno van Doorn, Sander Duivestein, Thijs Pepping – Echt Nep
Echt Nep (Bot Uitgevers, 2022) van auteurs Menno van Doorn, Sander Duivestein en Thijs Pepping heeft als ondertitel ‘spelen met de realiteit in tijden van AI, deepfakes en de metaverse’. Het is opgehangen aan het beantwoorden van vier vragen: Verdwijnt het verschil tussen ‘echt’ en ‘nep’? Waarom verliezen feiten het van fictie? Hoe worden synthetische media gebruikt om nieuwe verhalen te vertellen? En tot slot Hoe herstellen we onze relatie met de realiteit?
De auteurs stellen dat we post-realiteitswezens zijn: we geven de werkelijkheid altijd zo vorm zodat deze voor ons te behapstukken is. Hierbij introduceren ze het principe van de spelende mens, Homo Ludens. Het spelen met de werkelijkheid maakt het onderscheid tussen nep en echt diffuus, ook omdat de technologie bijdraagt aan het spelen van het spel .
De kracht van verhalen speelt hierin een leidende rol. Dit verklaart bijvoorbeeld ook het ‘succes’ van desinformatie en complottheorieën. Dat technologie ons nu in staat stelt om deze verhalen steeds beter zelf te construeren is onderdeel van de kracht. Oneens ben ik met de auteurs als zij stellen dat we het gevaar hiervan overschatten, omdat de geschiedenis heeft geleerd dat er altijd sprake is van een tegenmacht.
Het is die overtuiging, gecombineerd met de grote opsomming van (economisch) succesvolle voorbeelden binnen het veld van NFT’s, cryptovaluta’s en AI’s, dat ik af en toe afhaakte. Wat is eigenlijk de positie van de auteurs? Zijn het enkel verstokte techoptimisten? Het vermogen om te kunnen spelen is een prachtig uitgangspunt, maar wat betekent dit voor mensen die hiertoe om allerlei redenen niet in staat zijn? Het aanhalen van Marc Andreessen, met diens belofte dat “de metaverse iedereen gelijke kansen biedt om de tekortkomingen van de fysieke realiteit te overwinnen”, omdat “iedereen immers de instrumenten krijg om zijn eigen werkelijkheid en eigen verhaal te creëren” klinkt als een klassiek technologisch-deterministisch uitgangspunt.
Ook op andere plekken in Echt Nep wordt, al dan niet tussen de regels door, de suggestie gewekt dat we er spelenderwijs wel achter komen hoe één ander in zijn werk gaat. De realiteit (…) is natuurlijk ook een andere. De AI-, deepfakes- en metaversetrein dendert door, maar hoe zorgen we ervoor dat iedereen ook kan instappen?
Het aanhalen van George Monbiot, bedenker van het herstelverhaal, is voor mij daarmee de grootste eye-opener van het boek. Hij stelt dat de capaciteit tot samenwerken en goed doen de onderscheidende kracht van mensen is. Wanneer dit het vertrekpunt voor het construeren voor een antwoord op het neoliberalisme is, met als uitgangspunten de commons en waarden als verbondenheid en gemeenschap, is er hoop. En dan niet alleen als antwoord op het economische model, maar vooral op de maatschappelijke implicaties.
nb. Noem het een persoonlijke tic, maar ik wordt altijd ontzettend afgeleid door spatiefouten. Dat maakte het lezen van Echt Nep bij tijd en wijle een opgave, want het aantal spatiefouten in ontstellend hoog. “Op aan sprak”, “fact checking afdelingen”, “hoe zeer”, “samen spannen en samen werken”. Het is maar het het topje van de ijsberg. Een eindredactieslag is een aanrader.