Pages Menu
Categories Menu

Posted by on mrt 19, 2019 in Bibliotheek, Digitale geletterdheid, Onderwijs | 2 comments

[reprise] Bibliotheken moeten bij de ontwikkeling van digitale geletterdheid uitgaan van eigen kracht en hebben daarbij Google echt niet nodig

[reprise] Bibliotheken moeten bij de ontwikkeling van digitale geletterdheid uitgaan van eigen kracht en hebben daarbij Google echt niet nodig

Je kunt er vandaag de dag zowat vergif op innemen: wanneer er gesproken wordt over het ondersteunen van digitale vaardigheden zijn Amerikaanse techconcerns als Facebook en Google er als de kippen bij om, grif met dollars flappererend, witte voetjes te halen bij de politiek en maatschappelijke organisaties. Van die laatstgenoemde partijen zou je verwachten dat zij die uitnodiging met gepaste trots pareren. Je vraagt een tabaksfabrikant immers ook niet om onderzoek naar de nadelige effecten van roken mogelijk te maken. Je mag dan mínimaal een al dan niet verborgen agenda verwachten. Wanneer we kijken naar Google gaat het dan over toekomstige werknemers, maar, veel belangrijker, het schoonpoetsen van het blazoen.

Digitaal Samenleven

Waar in een eerder stadium het project Libraries Lead with Digital voor mij aanleiding was om mijn zorgen over deze ontwikkelingen te uiten betreft het nu het initiatief Digitaal Samenleven. Hierbij slaan onder andere VodafoneZiggo, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ECP | Platform voor de InformatieSamenleving, Beeld en Geluid, Xerox en Google de handen ineen. En ook de Koninklijke Bibliotheek. En omdat die laatste voor mijn dagelijkse werk een belangrijke partij is vind ik het belangrijk om mijn zorg nogmaals te delen. In die zin is deze blogpost een geactualiseerde versie van het in oktober vorig jaar gepubliceerde Bibliotheken moeten bij de ontwikkeling van digitale geletterdheid uitgaan van eigen kracht en hebben daarbij Google echt niet nodig. Excuus alvast voor de hier en daar gerepliceerde tekst.

De ambities van de initiatiefnemers van Digitaal Samenleven zijn helder:

Sociale inclusie door digitale inclusie. Dus niet als doel op zich maar om je goed te voelen en te profiteren van een digitale samenleving, zowel op persoonlijk vlak en in sociale contacten als op maatschappelijk- en arbeidsvlak.

Surveillancekapitalisme

Met voornoemde ambities is helemaal niets mis en ik heb ook geen principieel probleem met pubiek-private samenwerkingen. Er is de laatste tijd echter wel wat aan de hand en dat is het inzicht dat we krijgen in de machinaties van bedrijven als Amazon, Facebook, Microsoft et. al. Auteur en Harvard-professor Shoshanna Zuboff beschrijft de praktijken van deze bedrijven in het geruchtmakende The Age of Surveillance Capitalism en betitelt de werkwijze als surveillancekapitalisme. En de koning van de surveillancekapitalisten is Google.

Surveillancekapitalisme“, aldus Zobuff, “claimt eenzijdig menselijke ervaringen die dienen als gratis grondstof voor vertaling in gedragsgegevens. Hoewel sommige van deze gegevens worden toegepast op serviceverbetering, wordt het dataoverschot gebruikt en ingevoerd in beschermde geavanceerde productieprocessen die bekend staan als ‘machine-intelligentie’ en gefabriceerd tot voorspellingsproducten die anticiperen op wat u nu, binnenkort en later zult doen. Deze producten worden verhandeld in een nieuw soort marktplaats die ik een gedragstermijnmarkt noem. Surveillancekapitalisten zijn enorm rijk geworden van deze handelsactiviteiten, want veel bedrijven zijn bereid om weddenschappen af te sluiten over ons toekomstige gedrag.

Volgens Zobuff vormt deze ontwikkeling uiteindelijk een bedreiging voor democratische waarden. Google wordt door Zobuff gepositioneerd als de partij die het begrip surveillancekapitalisme een gezicht heeft gegeven. Onze samenwerkingspartner Tactical Technology maakte met haar Glass Room Experience prachtig inzichtelijk hoe wijd verbreid het keizerrijk van Google is en volledig gericht op het verzamelen van data:

De (Koninklijke) bibliotheek en Google

Voor mij staan openbare bibliotheken voor een gebalanceerde blik op welk onderwerp dan ook. Dit geldt wat mij betreft zeker voor een onderwerp als digitale geletterdheid, waarbij zowel de technologische veranderingen, maar zeker ook de standpunten die mensen innemen zeer veranderlijk zijn. Daarbij komen dan nog eens de maatschappelijke implicaties die opgaan voor onderwerpen als privacy en auteursrecht die de gemoederen de laatste tijd erg bezighouden.

Het samenwerken met Google is dus een keuze die bij mij vragen oproept. Met de kennis van nu kan je eigenlijk niet verantwoorden dat Google de uitgelezen partner is om burgers te informeren over bijvoorbeeld online privacy en een veilig internet, een allesomvattend aspect binnen het domein van digitale vaardigheden. Het past ook niet binnen de Europese ambities, onder andere geformuleerd door Emanuel Macron, dat Europa wat betreft de invloed van technologie een zogenaamd ethisch bewust midden zou moeten vormen ten opzichte van het de corporates uit Silicon Valley en de staatscontrole van China.

Vanzelfsprekend staat het bedrijven als Google volkomen vrij om programma’s voor digitale vaardigheden op te zetten en er werken uiterst capabele mensen. Maar is dit genoeg om als Koninklijke Bibliotheek (en daarmee in principe alle Nederlandse bibliotheken) in mee te gaan, ook al zal het meegebrachte kapitaal verleidelijk zijn? Ik vind van niet.

Uitgaan van eigen kracht

Los van de politiek-strategische afweging en het financiële aspect is het voor mij minstens zo belangrijk is dat bibliotheken naar mijn mening helemaal geen grote corporate partners als Google nodig hebben om programma’s rondom digitale geletterdheid te ontwikkelen. Dat kunnen we namelijk heel goed zelf, daarbij idealiter samenwerkend met onafhankelijke kennispartners. Er is namelijk prachtig en veelomvattend aanbod beschikbaar, bijvoorbeeld de Toolbox Internetvrijheid van Bits of Freedom of de website Laat Je Niet Hack Maken van RTL-techjournalist Daniël Verlaan. En met de proeftuinsubsidie voor het Data Detox-project vertalen de Friese bibliotheken het digitale geletterdheidsaanbod van Tactical Technology naar het Nederlands en stellen het vrijelijk beschikbaar.

Ten tijde van mijn zorg over het Libraries Lead with Digital-project schreef ik:

Laten we onszelf in ieder geval de opdracht geven hierin zelf het heft in handen te nemen en daarnaast te leren van de talloze voorbeelden van openbare bibliotheken die al jarenlang succesvolle digitale geletterdheidsprogramma’s ontwikkelen en uitvoeren. En zij zouden niets liever doen dan deze successen delen met andere bibliotheken. Bij de ontwikkeling ervan hadden deze bibliotheken gek genoeg geen grote sponsoren als Google nodig. Want laten we wel wezen: dat kunnen bibliothecarissen ook zelf. En als dat niet kan is het zaak de bibliotheken zorgen dat er gekwalificeerde krachten de gelederen komen versterken.

Door de recente move van de Koninklijke Bibliotheek wordt ik nog strijdbaarder. Ik geloof er namelijk heilig in dat het het beste voor zowel bibliotheken de Nederlandse burgers is om uit te gaan van eigen kracht. Een extra element dat me tegenstaat in de samenwerking met Google is dat er nu een beeld geschetst wordt dat ontwikkelingen alleen mogelijk zijn met hulp van corporate sponsorships. En dat klopt gewoon niet. Exclusieve partnerships, zeker met aantoonbaar discutabele bedrijven als Google (ze krijgen die boetes niet voor niets) gaan in tegen de gebalanceerde houding die bibliotheken zouden moeten innemen.

Bibliotheken profileren zich terecht graag als de uitgelezen partner om burgers, zeker in aanbod van buitenschoolse activiteiten en/of binnen het domein van levenlang leren, te ondersteunen in het (door)ontwikkelen van digitale vaardigheden en, misschien nog wel belangrijker, de bijbehorende mindset: spelen en experimenteren met technologie, het kweken van bewustwording van de keerzijdes ervan en vervolgens leren hoe daarmee om te gaan. Ik vraag me in dit licht daarom oprecht af wat voor de KB de reden is geweest om een partnerschap met Google aan te gaan. Zoals gezegd heb ik geen problemen met publiek-private samenwerkingsverbanden, maar staat of valt Digitaal Samenleven met de deelname van Google?

Afbeelding: S E L E N E L I O N | Visual Art, Eclipsed. Flickr via Compfight cc

2 Comments

  1. Hey Jeroen,

    Ik begrijp je zorgen. Echter, in je verhaal lees ik geen direct verband tussen wat Google goedkoop/gratis aan bibliotheken wil leveren en waar je ze van beschuldigt.

    Het ik er overheen gelezen? Begrijp ik het misschien niet goed? Of staat er het er wellicht niet?

    Hoor graag van je!

    Bjorn

    • Dag Bjorn,

      Dank voor je reactie! Voor mij is het niet de vraag of Google (gratis) diensten levert. Dat doen ze immers al en dat is hun goed recht. In die zin beschuldig ik hen ook nergens van. Waar het mij hoofdzakelijk om gaat is dat bibliotheken bij één van de belangrijkste dingen die ze doen (bijdragen aan de ontwikkeling van digitale geletterdheid) naar mijn menig hun eigen plan moeten trekken, in plaats van in zee te gaan met partijen die het aantoonbaar niet zo nauw nemen met bijvoorbeeld online privacy, een onderwerp dat veel mensen bezighoudt. Google is daarvan een schoolvoorbeeld. Mijn verwijt gaat wat dat betreft veel eerder naar mijn ‘eigen’ partners (zoals de Koninklijke Bibliotheek) die actief die samenwerking aangaan. Die zorg wordt ook gedeeld in deze LinkedIndiscussie over dit artikel.
      Is het zo wat helderder geworden? Ik hoop het 🙂

      Vriendelijke groet,

      Jeroen

Post a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Pin It on Pinterest

Share This