Copyright in de mode?
Iets is in of uit de mode. Dat is in ieder geval de in zwang zijnde uitdrukking. Wanneer deze vraag wordt op losgelaten op copyright, is het in of uit? wil het toeval dat daarin momenteel juist het onderwerp mode meer dan gewone aandacht geniet. Voorvechters van een meer liberale houding inzake het auteursrecht halen graag de modeindustrie aan als praktijkvoorbeeld. Deze florende sector kent namelijk geen op maat gesneden auteurswet, maar kent desondanks een speelveld uiteenlopend van beginnende ontwerpers tot kapitaalkrachtige topspelers. De eerste groep kan naar hartelust innoveren, omdat er geen patenten rusten op bepaalde ontwerpprincipes. En de tweede groep wordt daardoor geprikkeld elk jaar weer met nieuwe topstukken te komen. In onderstaande TED-lezing gaat Johanna Blakley nader op deze situatie in. En haar boodschap is duidelijk: de sector floreert dankzij de afwezigheid van de dreigende patentclaims en andere aan intellectueel eigendom grenzende maatregelen. Een gezonde situatie dus zou je zeggen. Toch gaan er echter van tijd tot tijd stemmen op ook op deze industrie een auteurswet van toepassing te laten zijn. En evenals in bijvoorbeeld de muziekindustrie zijn het geïnstitutionaliseerde partijen die hiervoor pleiten. In een uitstekend artikel in Newsweek, Copycats vs. Copyrights, Does it make sense to legally protect the fashion industry from knockoffs? wijdt Ezra Klein hierover uit. Aanleiding voor het stuk is een voorstel voor de Innovative Design Protection and Piracy Prevention Act, op 5 augustus jl. ingediend door de Amerikaanse senator Chuck Schumer. Klein haalt een citaat van James Boyle aan om te illustreren dat er niet lichtzinnig omgesprongen moet worden met het besluit al dan niet een auteurswet in te voeren:
Intellectual property is legalized monopoly. […] And like any monopoly, its tendency is to raise prices and diminish availability. We should have a high burden of proof for whether it’s necessary.”
Boyle stelt dat deze high burden of proof in het geval van bijvoorbeeld medicijnen onontkomenlijk is. Inzake gebruiksartikelen zoals kleding, maar bijvoorbeeld ook recepten of haardrachten (die immers niet meer zijn dan een reeks aanwijzingen, Blakley besteedt er in haar lezing aandacht aan) zou dit niet patenteerbaar moeten kunnen zijn. Alleen de juridische machine alleen al die zou moeten bepalen of een bepaald idee zó oorspronkelijk is dat het aanwijsbaar aan één bepaalde ontwerper, kok of kapper toebehoort, is niet te verantwoorden. Daarnaast geven talloze ontwerpers, ook de toppers, aan dat de straatcultuur de grootste inspiratie levert. Dus van wie is het oorspronkelijke idee dan? Een argument dat vaak wordt aangehaald ten faveure van auteursrecht is dat het verhindert werk klakkeloos te kopieëren. Maar ook die vlag gaat in de modewereld niet vaak op. Het is inderdaad zo dat ketens als H&M afgeleiden van bekende stukken voor een veel lagere prijs aanbieden. Zowel Klein als Blakley stellen echter dat de kopers daarvan helemaal niet toebehoren aan de vaste clientèle van haute couture-ontwerpers. Deze couturiers missen dus geen inkomsten. Sterker nog, hun vaste groep afnemers kan zich nog meer wentelen in de verzekering dat zij in ieder geval een origineel in de kast hebben hangen. En dan zijn er natuurlijk ook de flirts van ontwerpers mét de modedozenschuivers. Denk bijvoorbeeld aan Victor & Rolf en H&M. Het mes snijdt in dat geval vanzelfsprekend aan twee kanten: V&R bereiken een nieuw klantsegment, H&M maakt goede sier met bijzondere stukken. Jennifer Jenkins, een expert op het gebied van intellectueel eigendom aan Duke University stelt daarom ook,
In fashion, copying has benefits. […] First, knockoffs make designs trendy, and that increases the value of the original, and thus the incentives for designers to innovate. Second, it makes them affordable, so more people can wear them. […] There are a lot more people shopping at discount stores than at designer boutiques (which is why many designers are now licensing their names to retail outlets like Target). And third, it speeds up innovation, as fashion designers have to keep churning out new products to stay ahead of the copycats.”
Zowel Blakley als Klein concluderen dan ook dat de invoering van een modeauteurswet de innovatie en daarmee de groei en bloei van de sector als geheel benadeelt. Afgezien dan van enkele grote modehuizen die wel heil zien in de mogelijke uitwerking van strikt intellectueel eigendom: het beschermen van winst. Maar daarvoor is het, hoe jammer ook voor hen, niet bedoeld. Hopenlijk is het Amerikaanse Congres deze stelling ook toegedaan.