De bibliotheek en het recht van overpad
Ik ben overtuigd van de voordelen van het gebruik van open source in de bibliotheekwereld. Dat in het kader van de gezamenlijke webpresence van bibliotheeksites gekozen wordt voor in ieder geval twee open source CMS-en (Joomla en Drupal) juich ik daarom van harte toe. In mijn dagelijkse werkpraktijk, waar het gebruik van open source nog geen automatisch gegeven is, probeer ik het belang daarom duidelijk te maken. Daarbij probeer ik zoveel mogelijk klassieke valkuilen te omzeilen, maar die van vendor lockin blijft een lastige. Daarop zal ik nu echter niet verder ingaan.
Wat ik belangrijker vind is dat ik in mijn naaste (online) omgeving gegevens ben gaan verzamelen om mijn pleidooi kracht bij te zetten. Zo ben ik bijvoorbeeld een topic gestart binnen de Nederland Open in Verbinding-groep op LinkedIn. Ik ben bijzonder aangenaam verrast door de respons die ik daar publiekelijk kreeg, maar ook wat er via de mail naar me gestuurd is. Met deze suggesties kon ik bijvoorbeeld erg veel:
1. Bij closed source koop je licenties van bestaande software. Die software is dus al ontwikkeld, zodat je in feite betaalt voor “oude” technologie. Wil je daarná verbeteringen/ veranderingen dan kun je nóg een keer betalen. Bij open source krijg je de bestaande software om niet. Vervolgens wordt elke cent die je besteedt gebruikt voor vernieuwing en uitbreiding. Pure innovatie dus…
2. Closed source is, zoals de naam al zegt, gesloten. De code is geheim zodat al vele malen steeds opnieuw het wiel uitgevonden is. Bij open source is makkelijk voort te bouwen op het werk van anderen. Je hoeft b.v. geen tijd en energie meer te steken in het ontwerpen en programmeren van basisvoorzieningen maar kunt (alweer) direct met vernieuwing beginnen. De ontwikkelingen kunnen hierdoor veel sneller gaan. Was het Newton niet die zei “Ik stond op de schouders van reuzen?”.
Hiernaast namen meerdere mensen de moeite in de pen te klimmen. De resulaten daarvan, uiteenlopend van persoonlijke ervaringen tot onderzoeksrapporten en programma’s van eisen, hadden als gemeenschappelijke deler het dienen van een publieke zaak. En juist dit laatste is exact waarover het zou moeten gaan.
Ik had het hier gisteren, tevens in een telefoongesprek met de waarde van zo’n 500.000 tweets, over met Edge-kompaan Arthur en hij wees me op een treffende analogie met de mass trespass of Kinder Scout. Huh? Wat? Welnu, op 24 april 1932 besloot een grote groep wandelaars een zwakte in het Britse rechtssysteem bloot te leggen door en masse een route te nemen die deels over privaat grondgebied liep. Ook al sinds mensenheugenis gebruikte routes waren door private grootgrondbezit onbereikbaar geworden. De actie zou ertoe leiden dat deze, ook als ze over privéterrein lopen, voor geïnteresseerden bereikbaar zijn: Open Country. Dit werd vastgelegd in de Countryside and Rights of Way Act 2000. De publieke zaak dient met andere woorden een groter belang dan de private.
Wanneer ik dit terugvertaal naar de bibliotheekwereld zou je moeten zeggen dat dit recht van overpad een basisvoorwaarde is als je vooruit wilt denken. Omwegen en andere obstakels (lees bijvoorbeeld Why Openness Leads To Greater Innovation: The Friction Of The Hold Up Problem) vertragen slechts. Maar het leuke is dat er vrijheid is om die keuze te maken.
Add to: Facebook | Digg | Del.icio.us | Stumbleupon | Reddit | Blinklist | Twitter | Technorati | Yahoo Buzz | Newsvine
0 Comments
Trackbacks/Pingbacks