Pages Menu
Categories Menu

Posted by on feb 22, 2014

Bibliotheekwerk in transitie – 8. Van… Passief Naar… Creatief

Bibliotheekwerk in transitie – 8. Van… Passief Naar… Creatief

Creatief zijn en lef tonen: een garantie voor succes is het niet, maar wel een sterke basis om vanuit te starten. Ik kan er niets aan doen, maar ook geleid door de actualiteit haal ik weer een initiatief van Brewster Kahle aan. Vanmorgen in mijn twitterstream:

 

Kahle zag enkele jaren terug met lede ogen aan dat bibliotheken maar moeizaam toegang kregen tot ebooks. Met zijn eigen Internet Archive in de achterzak bedacht hij een manier om leescontent daarvan speciaal voor bibliotheken toegankelijk te maken. Dat werd Open Library. De collectie bestaat allang niet meer alleen uit boeken uit het publieke domein. Door het succes ervan is Kahle ook in staat goede afspraken te maken met commerciële uitgevers.

Elke bibliotheek die dat wil kan de collectie, desgewenst via eigen publiekscatalogus, aanbieden. De enige voorwaarde om mee te doen is het doneren van minimaal één titel aan de collectie. Ik spreek uit eigen ervaring dat dat een eitje is. Onbegrijpelijk dus dat de bibliotheek in Leeuwarden nog steeds de enige Nederlandse bieb is die er gebruik van maakt. Of er ook nagedacht wordt over een koppeling tussen Open Library en de Nationale Bibliotheek Catalogus is mij onbekend, maar het lijkt mij een prachtige mogelijkheid om het aanbod aan ebooks substantieel uit te breiden. Is het echt creatief? Nee, dat niet, maar het gaat wel om het pakken van een kans.

Eveneens vanmorgen las ik een bijdrage van een Onafhankelijk Horeca & Hospitality-adviseur op het blog van Joost Heessels. In De toekomst van de bieb spreekt hij over de kans voor bibliotheken om een “creatief alternatief voor het ontwijken van verveling te zijn“. Het begrip creatief wordt vervolgens uitgewerkt in een hele trits oplossingen die in veel gevallen reeds gemeengoed zijn: goede wifi, lekkere koffie en thee, toegang tot (e)content, ontmoetingsplek en betaalgemak. Het creatieve deel hiervan is mij dus onduidelijk. De bijdrage eindigt met deze paragraaf:

Toegang, gezamenlijk “eigenaarschap”, on demand, creatief, gevoel, ontspanning, ontmoeting, flexibel, gemak, waarde. Zomaar een paar kernwoorden die aangeven dat de bieb van de toekomst niet iets koud collectiefs van de overheid moet zijn met uitgeklede basisfaciliteiten, maar juist van voor en door mensen zelf. Waarmee de waarde bepaald wordt door de waarde die ze weet toe te voegen aan haar gebruikers en haar morele eigenaars.

Juist in die laatste zin schuilt natuurlijk de uitdaging. Ik begin echter zo langzamerhand op het punt te komen om het feit dat bibliotheek in de hoek zit waar de klappen vallen te wijten aan de wijze waarop we ons verhaal vertellen.

Het feit dat ‘onze’ VOB haar adresboekje op Twitter loslaat om BN-ers te vragen een manifest te ondertekenen is een absoluut zwaktebod vergeleken met de echte gebruiker die zich bezorgt uit om het sluiten van een wijkvestiging (lees haar ingeschreven brief hier). Wat wordt de creatieve slag van bibliotheken om deze oprechte betrokkenheid te kanaliseren in één krachtig signaal?

Morgen:

Bibliotheekwerk in transitie – 9. Van… Centraliseren Naar… Differentiëren

Wil je ook je licht laten schijnen over Bibliotheekwerk in transitie? Voeg je bijdrage dan toe aan dit publieke Google Doc

 

Afbeelding: Domiriel via Compfight cc

Read More

Posted by on feb 18, 2014

Bibliotheekwerk in transitie – 4. Van… Gebruiker is klant Naar… Gebruiker is expert

Bibliotheekwerk in transitie – 4. Van… Gebruiker is klant Naar… Gebruiker is expert

Enkele maanden geleden bracht ik een avond door bij een stadsgenoot met een bijzondere muziekcollectie. Zijn vinyl- en cd-verzameling omvatte zeker 10.000 exemplaren van een genre dat je het best zou kunnen omschrijven als progressieve rock uit Groot Brittannië, periode 1965-1975. En ook alleen maar dat. Zijn streven was om zijn collectie qua breedte en invalshoek te beperken, zodat hij discografieën van een select aantal artiesten uitputtend bij elkaar kon brengen. Een levenswerk dus.

In zijn speciaal hiervoor ingerichte luisterkamer, een zolder met schuin dak waarvoor de platenkasten speciaal op maat waren gemaakt, ademde het muziek. Dat kwam niet alleen door de prachtige collectie en de uitmuntende geluidsinstallatie, maar nog veel meer door de verhalen die gepaard gingen bij elke plaat die op de draaitafel of in de cd-lade ging. Elke muziekliefhebber, ongeacht smaakvoorkeur, zou zich op die zolder hebben thuisgevoeld. Je werd namelijk door de verzamelaar meegenomen in zijn verhaal en passie. En dat gewoon op een zolder van een huis in een straat ergens in Leeuwarden.

Bibliotheken herbergen in hun gebruikersbestand talloze van dit soort experts (en daarbuiten zijn het er natuurlijk nog veel meer). Wat doen wij om hen uit te dagen hun kennis voor ons en anderen beschikbaar te stellen? Doen we het überhaupt? En als we het willen, wat hebben deze experts dan van ons nodig? Ik denk dat het belangrijkste is uit te dragen dat we voor deze experts open staan, net zoals bibliotheken open staan voor bijvoorbeeld de Volksuniversiteit. Ik herinner me nog goed dat ik op de dag dat zanger Ronnie James Dio overleed een aankondiging van Muziekbank Overijssel langs zag komen. Zij nodigden liefhebbers van diens muziek uit in de bibliotheek om onder het genot van een drankje een avond lang naar Dio’s muziek te luisteren en verhalen te vertellen. Zo eenvoudig en zo sympathiek.

Vorige week kwam bij de sessie in Groningen, de aanleiding voor deze blogreeks, het project Verhalencoach aan de orde. Rob en mij werd gevraagd of we iets wist van de voortgang daarvan. Daarover konden we wel iets vertellen, maar nu ik dit zo opschrijf besef ik me ineens dat ik wel heel erg geïnteresseerd zou zijn in een Verhalencoach waarvan de rol ook kan worden ingevuld door de gebruiker als expert. Eigenlijk weer een soort Mensenbieb dus. Dat vraagt echter om het durven afstaan van wat door sommigen wordt beschouwd als het absolute privilege van de professionele (traditionele) bibliothecaris. Ik herinner me deze discussie naar aanleiding van de opening van particuliere Leencafé’s in Assen (als gevolg van sluiting van de wijkbibliotheek), waarbij de directeur van de VOB stelt:

Prima dat dan anderen in dat gat springen. Maar als we dat vanuit onze professionaliteit c.q. onze branche zelf gaan zitten stimuleren of daar actief aan meewerken, dan zijn we hard bezig die professionaliteit helemaal weg te bonjouren. Want dan legitimeren we zelf de bezuinigende gemeente. Dan zal er van professioneel bibliotheekwerk snel niet veel meer over zijn.

In plaats van het omarmen van het initiatief wordt het neergezet als een goedbedoeld, zij het amateuristisch gebeuren. En iedereen die dit signaleert en probeert uit te vinden hoe beide elkaar kunnen versterken wordt door dezelfde directeur medeverantwoordelijk gemaakt voor de teloorgang van het professionele bibliotheekwerk:

Dat mensen uit onze branche daar kennelijk anders over denken en dat actief willen uidragen, het moet allemaal kunnen. Maar nogmaals: kijk dan niet raar op als je gevoeglijk wordt wegbezuinigd en wees dan niet boos als je je baan verliest en professionele bibliotheken worden opgeheven ten gunste van goedbedoelde vrijwilligersinitiatieven.

Dat het burgerinitiatief in Assen zeker niet op zichzelf staat blijkt uit dit mooie overzicht van informele bibliotheken. Omarmen, zou ik zeggen, maar nee, in plaats daarvan meent deze zelfde VOB nu het hoofd te gaan bieden aan dreigende bezuinigingen door een Facebookpagina te openen en te vragen om likes voor de stelling Mijn bieb moet blijven. Goedbedoeld amateurisme. En dat blijkt, want van de immer opgevoerde vier miljoen leden hebben welgeteld ruim 1.300 (waaronder, zag ik, ook veel collega’s) momenteel een like achtergelaten. Dat is 0,0003 procent,.

Wat wil men eigenlijk bereiken met een pamflet dat bol staat van beleidstekstfragmenten en eindigend met het begrip volwaardige bibliotheekvoorziening. De hoogste tijd dunkt me om eerst rol en functie van de bibliotheek eens onder de loep te nemen in plaats van te bouwen op een afbrokkelend fundament. En waarom daarbij niet de gebruiker als expert van gebruik van de bibliotheek om hulp vragen? Het is namelijk helemaal niet erg om hen hun licht te laten schijnen over onze uitdagingen. Van een beetje trots inslikken is nog nooit iemand slechter geworden.

Morgen:

Bibliotheekwerk in transitie – 5. Van… Ordening Naar… Context

Wil je ook je licht laten schijnen over Bibliotheekwerk in transitie? Voeg je bijdrage dan toe aan dit publieke Google Doc

 

Afbeelding: striatic via Compfight cc

Read More

Posted by on jan 10, 2014

Uit het verslag van een VOB-vergadering: “Slechts een paar leden durfden voor te stemmen.”

Uit het verslag van een VOB-vergadering: “Slechts een paar leden durfden voor te stemmen.”

Als heel gewone medewerker van een bibliotheekorganisatie heb je het te doen met verslagen van vergaderingen van de Vereniging van Openbare Bibliotheken. Die zijn namelijk exclusief toegankelijk voor directeuren. Begrijpelijk, maar af en toe ook moeilijk te verkroppen. Vooral als ik bijvoorbeeld enkele maanden terug uit eerste hand van een bibliotheekdirecteur hoor dat er maar van het laten horen van een tegenstem wordt afgezien,

“want dat heeft toch geen zin.”

Het was in dat licht de opmerking “Slechts een paar leden durfden voor te stemmen” uit een recent verslag (VOB laat art. 16 concept-Stelselwet intact) van Wim Keizer die me gelijk ‘pakte’. Keizer maakt deze verslagen op persoonlijke titel, maar stelt ook dat facts sacred zijn. Ik neem dus gemakshalve aan dat de opmerking een feitelijke weergave van de vergadering is.

Dan is dat dus de realiteit binnen bestuurlijk bibliotheekland? Dat gebrek aan durf de reden is dat eventuele pijnpunten of discutabele (het is maar uit welk oogpunt je dat beziet natuurlijk) onderwerpen de agenda niet halen? Dat tegenstemmen ingeslikt worden? En dat er blijkbaar een cultuur heerst die dit gedrag in de hand werkt? De zinsnede uit hetzelfde artikel, bij monde van het VOB-bestuur, dat

“intern gedoe ons alleen maar kan schaden”

is dus belangrijker dan te durven zeggen waarvoor je staat. Ook al is er maar een flintertje van waar dan is dat al iets om je héél erg voor te schamen. En wie schiet er iets mee op?

Afbeelding: funadium via Compfight cc

Read More

Posted by on mei 3, 2013

De #bibliotheek is immers “van het lezen”?

De #bibliotheek is immers “van het lezen”?

Berichten vanuit bestuursorganen als de Vereniging van Openbare Bibliotheken worden, terecht, op een gouden schaaltje gewogen. Zo ook deze die gisteravond uitgestuurd werd door Francien van Bohemen, manager Public Affairs en geretweet via het officiële VOB-account:

Zo, dát staat. Maar waarom de nodeloze toevoeging “die van het lezen zijn“? Wat een beperkte visie van de VOB. En wat doet zij daarmee tal van initiatieven tekort die, tezamen met het lezen, de ontwikkeling van het individu én die van het bibliotheekwerk zelf stimuleren. Wat te denken van luisteren, kijken, ontmoeten, maken en leren? Niet voor niets legt Frank Huysmans op Twitter haarfijn uit waarom visie van de VOB eenvoudigweg niet klopt:

Teleurstellend, maar inmiddels weinig verrassend, is dat op mijn reacties geen enkele respons komt, ondanks hun directe gerichtheid:

Stel je toch eens voor dat je immers de discussie zou aangaan met iemand die niet de status van bestuurder of wetenschapper heeft. Maar natuurlijk wel begrijpelijk als voor de VOB het bestaansrecht van individuen of initiatieven binnen van bibliotheekland slechts lijkt af te hangen het al dan niet schoppen tot agendapunt bij de Algemene Ledenvergadering. Lees hiervoor het artikel over Open Bibliotheken etc. in de maarteditie van Bibliotheekblad.

Read More

Pin It on Pinterest